Havo 2 lesson 9 term 4

• Engels
• Middelbare school
• havo
• Leerjaar 2

Present simple <> Present perfect 

Present Simple

Voor zaken die altijd, nooit of regelmatig zijn, incl. feiten

ww (+ s) bij he/she/it 

De rest? > Alleen de stam van het werkwoord.

Signaalwoorden zijn bijv. always, never, often, etc..

Zie je boek voor een volledigere lijst. (grammatica 4.5)

Wat is in deze zin het signaalwoord?
I rarely walk to school.

Wat is in deze zin het signaalwoord?
Mom always asks if I have homework to do.

Present perfect/ present simple 

Bij signaalwoorden zoals always, never, rarely etc. kan je dus zien/merken dat een zin in de present simple staat! 

Bij de present perfect zien we dat aan de hulpwerkwoorden have/has. Deze staan namelijk ALTIJD in een zin in de present perfect. 

Have/has + het voltooid deelwoord. 

He works in Mumbai.

1. present simple
2. present perfect

Sally has known Tim for a while.

1. present simple
2. present perfect

Tom hasn't been in Bristol since 2012.

1. present simple
2. present perfect

I always sing under the shower.

1. present simple
2. present perfect

Bij de present perfect gebruik je het 2e rijtje van onregelmatige werkwoorden.

Waar

Niet Waar

Let op! Het voltooid deelwoord van onregelmatige ww vinden we in het 3e rijtje. In je boek op bladzijde 149!!

Present simple: My father ___ (walk) a round every day.

Present perfect - Hello Beth! I _____ (not see) you for a long time!

Dit was de present simple <> present perfect.
Any questions?

1. Yes
2. No
3. I might have some tomorrow!

Geef jezelf een cijfer. Op een schaal van 1-10. Hoe goed heb jij dit onder de knie?

1 Has – invented

2 hasn’t shrunk

3 have – stopped

4 don’t deliver

5 hasn't / has not changed

6 haven’t been able to

7 Does – take

8 eats

9 Has – come up with

10 doesn’t work