Carrousel les 4 (zinnen in WRTS)

Animals and pets

Lesson 1
1 / 22
next
Slide 1: Slide
EngelsMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 1

This lesson contains 22 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

Items in this lesson

Animals and pets

Lesson 1

Slide 1 - Slide

Slide 2 - Video

Which PETS do you have (or know)?
(English answers!)

Slide 3 - Mind map

Slide 4 - Slide

Guess the animal:
Bird
A
Eend
B
Vogel
C
Ooievaar
D
Reiger

Slide 5 - Quiz

Guess the animal:
Chicken
A
Kuiken
B
Haan
C
Kip
D
Kalkoen

Slide 6 - Quiz

Guess the animal:
Cow
A
Koe
B
Kalf
C
Kat
D
Kuiken

Slide 7 - Quiz

Guess the animal:
Dog
A
Puppy
B
Kat
C
Cavia
D
Hond

Slide 8 - Quiz

Guess the animal:
Horse
A
Haan
B
Paard
C
Schaap
D
Ezel

Slide 9 - Quiz

Guess the animal:
Monkey
A
Meeuw
B
Mol
C
Aap
D
Chimpansee

Slide 10 - Quiz

Guess the word:
Farm
A
Dierenarts
B
Asiel
C
Dierentuin
D
Boerderij

Slide 11 - Quiz

Guess the word:
Bite
A
Bijten
B
Bijen
C
Beide
D
Geen van beide

Slide 12 - Quiz

Guess the word:
Sleep
A
Vallen
B
Rusten
C
Slapen
D
Slepen

Slide 13 - Quiz

Speaking
Let's try to pronounce the next sentences.

Slide 14 - Slide

I have got a dog.
Ik heb een hond.

Slide 15 - Slide

He has brown fur.
Hij heeft een bruine vacht.

Slide 16 - Slide

My cat sleeps all day.
Mijn kat slaapt de hele dag.

Slide 17 - Slide

She has dark eyes.
Ze heeft donkere ogen.

Slide 18 - Slide

I got my pet on my birthday.
 Ik kreeg mijn huisdier voor mijn verjaardag.

Slide 19 - Slide

I don't like my pet when he gets angry.

Ik hou niet van mijn huisdier als hij boos wordt. 

Slide 20 - Slide

Cats eat catfood.
 Katten eten kattevoer.

Slide 21 - Slide

Aan de slag in WRTS

Type de zinnen over in WRTS

Ga er mee oefenen!

Slide 22 - Slide