P3 - quiz H5+H6

Leerdoelen deze week
1) Ik kan Dahls opvatting dat democratie een vrije uitwisseling van gedachten en ideeën nodig heeft uitleggen, vergelijken en bekritiseren.


2) Ik kan uitleggen wat de paradox van de bescherming van vrijheid en gelijkheid is, met een voorbeeld van een verbod op politieke partijen die de democratie willen afschaffen.
3) Ik kan uitleggen en evalueren dat volledige vrijheid van meningsuiting volgens Mill in het algemeen belang van de democratie is.
4) Ik kan uitleggen en evalueren dat de vrijheid van meningsuiting in een democratie volgens Parekh moet worden beperkt.


Welk begrip hoort erbij?
1 / 27
next
Slide 1: Slide
FilosofieMiddelbare schoolhavoLeerjaar 5

This lesson contains 27 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 15 min

Items in this lesson

Leerdoelen deze week
1) Ik kan Dahls opvatting dat democratie een vrije uitwisseling van gedachten en ideeën nodig heeft uitleggen, vergelijken en bekritiseren.


2) Ik kan uitleggen wat de paradox van de bescherming van vrijheid en gelijkheid is, met een voorbeeld van een verbod op politieke partijen die de democratie willen afschaffen.
3) Ik kan uitleggen en evalueren dat volledige vrijheid van meningsuiting volgens Mill in het algemeen belang van de democratie is.
4) Ik kan uitleggen en evalueren dat de vrijheid van meningsuiting in een democratie volgens Parekh moet worden beperkt.


Welk begrip hoort erbij?

Slide 1 - Slide

Uitgangspunt dat keuzes worden beslist door de stem van de meerderheid.
A
Relativistische wereldbeschouwing
B
Meerderheidsbeginsel
C
deliberatieve democratie

Slide 2 - Quiz

De mogelijkheid in een democratie besluiten terug te draaien
A
Het schadebeginsel
B
Mogelijkheid tot zelfcorrectie
C
Paradox van vrijheid en gelijkheid

Slide 3 - Quiz

Het risico dat vrijheid (van meningsuiting) leidt tot bedreiging van vrijheid en gelijkheid
A
Externe effecten
B
De paradox van de bescherming van vrijheid en gelijkheid
C
Traditionele argument voor vrijheid van meningsuiting

Slide 4 - Quiz

De enige voorwaarde waaronder jouw vrijheid beperkt mag worden, is wanneer jij een ander tegen zijn zin beschadigt: het toebrengen van letsel of het benadelen van belangen waar mensen recht op hebben.
A
Het schadebeginsel
B
Meerderheidsbeginsel
C
Relativistische wereldbeschouwing

Slide 5 - Quiz

Onderwijs met positieve gevolgen vooral voor het individu (vervolgonderwijs, beroepsopleidingen)
A
Schooling
B
Education
C
Paternalistisch
D
Externe effecten

Slide 6 - Quiz

Algemeen onderwijs met positieve gevolgen voor de samenleving (meestal t/m middelbaar onderwijs)
A
Schooling
B
Education
C
Paternalistisch

Slide 7 - Quiz

Standpunt dat de overheid verantwoordelijk is voor groepen die niet voor zichzelf kunnen zorgen.
A
Relativistische wereldbeschouwing
B
Paternalistisch
C
Liberalisme
D
Communitarisme

Slide 8 - Quiz

Het uitgangspunt dat we onmogelijk een absolute waarheid kunnen kennen.
A
Relativistische wereldbeschouwing
B
Mogelijkheid tot zelfcorrectie
C
Indoctrinatie
D
Liberalisme

Slide 9 - Quiz

Negatieve of positieve gevolgen van een handeling voor anderen.
A
Interne effecten
B
Externe effecten
C
Het schadebeginsel
D
Altruïsme

Slide 10 - Quiz

Leerdoelen deze week
1) Ik kan Dahls opvatting dat democratie een vrije uitwisseling van gedachten en ideeën nodig heeft uitleggen, vergelijken en bekritiseren.


2) Ik kan uitleggen wat de paradox van de bescherming van vrijheid en gelijkheid is, met een voorbeeld van een verbod op politieke partijen die de democratie willen afschaffen.
3) Ik kan uitleggen en evalueren dat volledige vrijheid van meningsuiting volgens Mill in het algemeen belang van de democratie is.
4) Ik kan uitleggen en evalueren dat de vrijheid van meningsuiting in een democratie volgens Parekh moet worden beperkt.


Welke filosoof hoort erbij?

Slide 11 - Slide

In een democratie moet het beledigen van groepen zijn toegestaan.
A
Dahl
B
Mill
C
Parekh
D
Van den Bergh

Slide 12 - Quiz

Naast vrijheid zijn er ook andere intrinsieke waarden meetellen in een democratie.
A
Dahl
B
Mill
C
Parekh
D
Kelsen

Slide 13 - Quiz

Vrijheid van meningsuiting brengt ons dichter bij de waarheid brengt (ook wel 'traditioneel argument').
A
Mill
B
Parekh
C
Kelsen
D
Van den Bergh

Slide 14 - Quiz

Een verbod op groepsbelediging is van belang zodat minderheden die moeilijk voor zichzelf kunnen opkomen toch een manier hebben om zichzelf te beschermen.
A
Mill
B
Parekh
C
Kelsen
D
Van den Bergh

Slide 15 - Quiz

Een verbod op groepsbelediging kan misbruikt worden om impopulaire meningen die wel waardevol zijn te verbannen.
A
Mill
B
Parekh
C
Kelsen
D
Van den Bergh

Slide 16 - Quiz

Je mag partijen verbieden als ze anti-democratisch zijn.
A
Dahl
B
Parekh
C
Kelsen
D
Van den Bergh

Slide 17 - Quiz

De kern van democratie is een relativistische wereldbeschouwing en het meerderheidsbeginsel.
A
Mill
B
Parekh
C
Kelsen
D
Van den Bergh

Slide 18 - Quiz

Omdat beroepsopleiding vooral voordeel heeft voor het individu, moet die dat zelf betalen.
A
Dahl
B
Friedman
C
Gutmann
D
Biesta

Slide 19 - Quiz

De benadering van het onderwijs is te individualistisch. Onderwijs staat niet los van de samenleving.
A
Dahl
B
Friedman
C
Gutmann
D
Biesta

Slide 20 - Quiz

Ook de overheid heeft wat te zeggen over het onderwijs. Kinderen maken namelijk niet alleen deel uit van het gezin, maar ook van de staat.
A
Dahl
B
Friedman
C
Gutmann
D
Biesta

Slide 21 - Quiz

De overheid moet zoveel mogelijk vrijheid aan de ouders geven in de keuze voor het onderwijs van hun kind
A
Dahl
B
Friedman
C
Gutmann
D
Biesta

Slide 22 - Quiz

Leerlingen moeten op school democratische waarden meekrijgen zodat de democratische cultuur in stand blijft.
A
Dahl
B
Friedman
C
Gutmann
D
Biesta

Slide 23 - Quiz

Kinderen kunnen nog niet voor zichzelf beslissen. De overheid moet daarom voor hen zorgen.
A
Dahl
B
Friedman
C
Gutmann
D
Biesta

Slide 24 - Quiz

Politiek existeren is het belangrijkste wat we mee moeten geven in het onderwijs. Dat betekent kunnen omgaan en samenleven met andersdenkenden.
A
Dahl
B
Friedman
C
Gutmann
D
Biesta

Slide 25 - Quiz

Burgerschap moet zich richten op onderwijs voor en door democratie.
A
Dahl
B
Friedman
C
Gutmann
D
Biesta

Slide 26 - Quiz

Ook ouders moeten zeggenschap hebben over het onderwijs van hun kinderen. Er bestaat namelijk niet zoiets als neutraal onderwijs.
A
Dahl
B
Friedman
C
Gutmann
D
Biesta

Slide 27 - Quiz