D - grammaire et écrire

Bonjour tout le monde!
Prend le livre, le cahier et un stylo.


1 / 40
next
Slide 1: Slide
FransMiddelbare schoolhavoLeerjaar 2

This lesson contains 40 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

Bonjour tout le monde!
Prend le livre, le cahier et un stylo.


Slide 1 - Slide

Aujourd'hui, 
c'est le...

Slide 2 - Slide

Chapitre 1
Se présenter - Zich voorstellen

  • Je kunt groeten en jezelf voorstellen.
  • Je kunt over jezelf en je familie vertellen en  schrijven.
  • Je kunt de lidwoorden correct gebruiken.
  • Je kunt de persoonlijke voornaamwoorden gebruiken.
  • Je kunt het werkwoord avoir gebruiken.

Slide 3 - Slide

Aujourd'hui, c'est le ...
aaObjectif: Aan het einde van de les leer je de juiste lidwoorden in het Frans te gebruiken (schrijfvaardigheid).

Qu'est-ce que nous allons faire aujourd'hui?
- Chapitre 1: Salut, c'est moi! 
- D (grammaire) - explication 
- Au travail

Slide 4 - Slide

Exercise 9 à 12

1. Oriëntatie
2. Globaal lezen (inleiding en tussenkopjes)
3. Gedetailleerd lezen
B - Lire (p. 26)

Slide 5 - Slide

SO Français


Le vocabulaire A & B - page 52
Phrases-clés (zinnen) C - page 54
Grammaire D (het lidwoord) - page 55

Slide 6 - Slide

                Prend des notes!

Slide 7 - Slide

Slide 8 - Slide

Slide 9 - Slide

Slide 10 - Slide

Slide 11 - Slide

Slide 12 - Slide

Slide 13 - Slide

Slide 14 - Slide

Slide 15 - Slide

Slide 16 - Slide

Au travail
Devoirs (huiswerk) - Mecredi 9 octobre 
  • Faire/ Maken: D (grammaire et écrire) -  exercice 16, 17abde & 18 
(page 32)
Apprendre / Leren:
  • Vocabulaire A & B. In het boek op page 52/53
of op laptop: Learnbeat 2.1A&2.1B
  • Zinnen C - se présenter (page 54)
  • Grammatica D - Het lidwoord (page 55 & aantekeningen) 


Slide 17 - Slide

Les devoirs
Vendredi 12 octobre
- Faire exercice seize (page 32 dans le livre)
- Apprendre (leren) - vocabulaire A & B (p. 52) + zinnen C (p. 53) + grammaire D (p. 54 + aantekeningen)

Slide 18 - Slide

Wat is GEEN lidwoord?
A
de
B
een
C
het
D
mijn

Slide 19 - Quiz

Het lidwoord 'le' is:
A
mannelijk
B
vrouwelijk
C
meervoud
D
onzijdig

Slide 20 - Quiz

welk lidwoord?
.....piscine
A
le
B
la
C
un
D
une

Slide 21 - Quiz

welk lidwoord?
.....famille
A
le
B
la
C
les
D
l'

Slide 22 - Quiz

Wat is het juiste lidwoord voor
___ oncle?
A
le
B
la
C
l'

Slide 23 - Quiz

welk lidwoord?
......hôtel
A
le
B
la
C
un
D
une

Slide 24 - Quiz

welk lidwoord?
......vacances
A
le
B
la
C
les
D
l'

Slide 25 - Quiz

De lidwoorden de en het

de campings
A
les campings
B
la camping
C
l'camping
D
le camping

Slide 26 - Quiz

Un = een lidwoord. Welk lidwoord is ook mannelijk enkelvoud?
A
la
B
le
C
les
D
un

Slide 27 - Quiz

welk lidwoord?
......chiens
A
le
B
la
C
les

Slide 28 - Quiz

welk lidwoord?
......garçon
A
le
B
la
C
les
D
l'

Slide 29 - Quiz

het restaurant - ... restaurant (m)

Slide 30 - Open question

het terras - ... terrasse (v)

Slide 31 - Open question

het ziekenhuis - ... hôpital (m)

Slide 32 - Open question

Hoe zet je in het Frans een zelfstandig naamwoord in het meervoud?

Slide 33 - Open question

de vriendinnen - ... amies (mv)

Slide 34 - Open question

Au travail!
Prêt? Slim stampen 
En silence, zodat iedereen zich kan concentreren

Slide 35 - Slide

Les devoirs 1HV
Mercredi 2 septembre   
Faire (maken): D (grammaire), exercices 16 jusqu'à 19

Apprendre (leren) 
Le vocabulaire A & B - page 52
Phrases-clés (zinnen) C - page 54
/ Grammaire D (het lidwoord) - page 55

Slide 36 - Slide

Slide 37 - Slide

La conversation
  • Groeten
  • Vragen hoe iemand heet & antwoorden
  • Vragen hoe het gaat & antwoorden
  • Vragen waar iemand woont & antwoorden
  • Vragen wat iets is (voorwerp) & antwoorden
  • Afscheid nemen
timer
5:00

Slide 38 - Slide

1HV4

Slide 39 - Slide

1HV2

Slide 40 - Slide