Disk thema 8 ruzie taak 1 (les 3)

Disk thema 8 ruzie - taak 1
1 / 26
next
Slide 1: Slide
NT2Middelbare schoolvmbo lwooLeerjaar 1

This lesson contains 26 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

Disk thema 8 ruzie - taak 1

Slide 1 - Slide

Waarover maak jij ruzie?*

Slide 2 - Mind map

Gebruik jij scheldwoorden?
ja, vaak
ja, soms
alleen in mijn eigen taal
nee, nooit

Slide 3 - Poll

Ken jij scheldwoorden in het Nederlands?*

Slide 4 - Mind map

Zijn er scheldwoorden die je nooit zou gebruiken?
ja, veel
ja, een paar
nee, je kan alle scheldwoorden gebruiken
weet niet

Slide 5 - Poll

Kunnen woorden pijn doen?
ja
nee

Slide 6 - Poll

Praat over ruziemaken
Gebruik de volgende vragen:

- Met wie maak je ruzie?
- Waar maak je ruzie over?
- Wat doe je als je ruzie maakt? Ga je hard praten? Ga je                       schelden? Ga je slaan?
- Maak je het weer goed? Ja? Hoe doe je dat?

Slide 8 - Slide

Groepjes van 3
Persoon 1: Stelt de vragen

Persoon 2: Geeft de antwoorden

Persoon 3: Luistert goed en herhaalt wat nummer 2 heeft gezegd.


Slide 9 - Slide

Hoe ging het?
😒🙁😐🙂😃

Slide 10 - Poll

Schrijf over een ruzie of een probleem.

Gebruik de volgende vragen:
Met wie maakte je ruzie?
Hoe is de ruzie begonnen?
Waar ging de ruzie over?
Wat heb je gezegd tijdens de ruzie?
Hoe is de ruzie afgelopen?

Slide 11 - Slide

Let op:
-Titel 
- Alinea's (inleiding - kern - slot)
- Leestekens!
- Werkwoorden 
- Maak de zinnen niet te lang 
- 50 / 75 /100
- Publiek

Slide 12 - Slide

Het probleem oplossen
розчинити

Slide 13 - Slide

pas = пропуск
  • nog maar net
  • kort geleden/nog niet lang
  • zin: Het is nog maar pas dat hij hier op school zat.
  • zin: Pas geleden gingen wij nog weleens naar de bioscoop, maar nu niet meer.

Slide 14 - Slide

pesten = знущання

Slide 15 - Slide

plotseling = раптово
  • opeens;
  • zonder waarschuwing vooraf;
  • snel en niet verwacht;
  • Zin: Mijn beste vriend stond plotseling naast mij. Daar schrok ik van.

Slide 16 - Slide

roddelen = пліткувати
op een vervelende manier praten over mensen die er niet bij zijn
Op sociale media wordt veel geroddeld over bekende mensen, maar vaak kloppen deze verhalen niet.

Slide 17 - Slide

 ruziemaken = сперечатися

Slide 18 - Slide

schreeuwen
кричати

hard roepen / gillen
Je hoeft niet zo te schreeuwen. Ik ben niet doof!

Slide 19 - Slide

De schuld = борг

Slide 20 - Slide

Situatie = Ситуація

Slide 21 - Slide

             slaan    = бити
iemand met je hand of iets anders hard raken
Tijdens de ruzie, hebben ze elkaar hard geslagen.

Slide 22 - Slide

het slachtoffer = жертва
iemand die door iets wat is gebeurd pijn of nadeel heeft
Het slachtoffer van het ongeluk werd naar het ziekenhuis gebracht.
Het meisje was slachtoffer van pesters.

Slide 23 - Slide

Tegenover = Навпроти

Slide 24 - Slide

Deze hond vindt het niet leuk dat we hem uitlachen.
=
сміятися над

Slide 25 - Slide

DISK laptop
Heel thema ruzie af.

Slide 26 - Slide