Improvisatie: Verbeelding

Impro
1 / 28
next
Slide 1: Slide
DramaMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 3

This lesson contains 28 slides, with text slides and 6 videos.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Impro

Slide 1 - Slide

les vandaag
  • Opwarming Impro - samenwerken
  • Jabber
  • Oefenen
  • Presenteren voor een cijfer

Lesdoel: Improviseren met samenwerking (op status, accepteren en spelimpuls (durf))

Slide 2 - Slide

Slide 3 - Slide

Slide 4 - Slide

Van erg naar catastrofaal
Jan : Ik baal van mijn baan, ze moeten echt niks zeggen, hier bij Mac Donalds.
Maartje: Ja, je hebt gelijk, we moeten altijd het zware werk doen.
Jan: Ja echt stom. We zouden hier vandaag eerder weg moeten gaan.
Maartje: Ja en we kunnen gewoon wat eten mee nemen.
Jan: Ja en dan kunnen we lekker buiten gaan picknicken
Maarjte: Ja, en dan kan ik Peter en de meiden bellen.
Jan: Ja dan kunnen we bij dat verlaten pand afspreken in het bos.
Maarjte: Ja en dan zeg ik dat ze wat bier en vuurwerk mee moeten nemen.
enz...

Slide 5 - Slide

IMPROVISATIE AANBELLEN

REGELS:
* Zeg ja, wat fijn..... want

*Status Tegenkleur

Slide 6 - Slide

Slide 7 - Slide

De hulp lijn bellen in Jabber

Slide 8 - Slide

Oefenen met
de draaideur

Slide 9 - Slide

Slide 10 - Slide

Slide 11 - Slide

Dialoog in de vorm van een telefoongesprek

Onderdelen:

- Uitgeschreven dialoog in de vorm van een telefoongesprek

- Telefoongesprek spelen en filmen

Slide 12 - Slide

Voorbeelden uit bekende films
Fragmenten ter inspiratie:

1. Een dialoog gevormd door telefoondialogen uit bekende films. 
2. Punch, Drunk, Love
3. Phone Booth (je hoort de stem van de tegenspeler, maar ziet hem niet)
4. Anchorman
5. Scream (je hoort de stem van de tegenspeler, maar ziet hem niet)
6. Down with love

Slide 13 - Slide

0

Slide 14 - Video

0

Slide 15 - Video

0

Slide 16 - Video

0

Slide 17 - Video

0

Slide 18 - Video

0

Slide 19 - Video

Stap 1: Spelgegevens uitwerken
Bedenken en schrijven van een telefoongesprek:

Begin met het bedenken van de spelgegevens ( 5 w's), voordat je begint met het schrijven van de dialoog.

Slide 20 - Slide

Wie: de personages
Beantwoord samen de volgende vragen:
- Wat zijn interessante personages om te spelen? 
(Daag jezelf/elkaar uit! Niet toegestaan: 2 vrienden van elkaar)

- Wie zijn ze van elkaar? Kennen ze elkaar? Zo ja, waarvan? 

- Wat zijn typische karaktertrekjes van de personages die je tot uiting kan laten komen in je spel en in het gesprek? 



timer
1:00

Slide 21 - Slide

Wat: de Situatie
Beantwoord samen de volgende vragen:
- Wat is het duidelijk aanwijsbare conflict in het gesprek?
(Aanwijsbaar betekent niet perse dat je het letterlijk moet benoemen in de dialoog)
- Hoe gaan jullie dat conflict opbouwen? (spanningsboog: expositie, motorisch moment, ontwikkeling, climax, afloop)


timer
1:00

Slide 22 - Slide

Waarom: motief
Beantwoord samen de volgende vragen:
- Wat is de aanleiding/reden van de een om de ander op te bellen?
- Wat speelt er tussen de twee personages? Is er iets voorafgegaan? 

timer
0:30

Slide 23 - Slide

Wanneer: tijd
Beantwoord samen de volgende vragen:
- Wanneer speelt het zich af? 
- Op welk moment van de dag?
- Waarom hebben de personages precies op dat tijdstip hun telefoongesprek?
timer
0:30

Slide 24 - Slide

Waar: locatie
Beantwoord samen de volgende vragen:
- Waar bevinden de personages zich?
- Kan de locatie als een toegevoegde waarde werken in het conflict?
timer
1:00

Slide 25 - Slide

Stap 2 : Dialoog uitwerken.
De Tekst
Nu jullie de spelgegevens hebben uitgewerkt, hebben jullie eigenlijk alle ingrediënten van een script in handen. Jullie gaan nu samen de dialoog uitwerken.

* Hoe ga je die nu vormgeven? Welke elementen je wilt gaan gebruiken voor jullie personages en omgeving. Denk ook aan de mise en scene (plaatsing); je hoeft niet statisch alleen te zitten of te staan. Je mag bijvoorbeeld ook lopen.


timer
4:00

Slide 26 - Slide

Stap 3: Spel > Tekstbehandeling
Hoe breng je de tekst tot leven?  

- De tekstbehandeling: Stemgebruik: volume, tempo, hoog-laag, intonatie, klankkleur, stiltes - eventueel een accent. Dynamiek betekent dat je vanuit de inhoud/situatie gedreven hier in afwisseld, dat brengt tekst tot leven. 

- actie en reactie - incasseren - emoties - karakter van het personage - subtekst - wat je zegt en wat je werkelijk denkt/voelt - 

Slide 27 - Slide

Slide 28 - Slide