E Grammatik extra maanden

E grammatik extra

1 / 20

Slide 1: Slide

DuitsVoortgezet speciaal onderwijsLeerroute 1

This lesson contains 20 slides, with interactive quizzes, text slides and 2 videos.

Items in this lesson

E grammatik extra

Slide 1 - Slide

Wat weet je nog
van de vorige les?

Slide 2 - Mind map

Kind

Vater

Kinder

Schwester

Buch

Schule

der

die

das

ein

eine

Slide 3 - Drag question

Wiederholung

Slide 4 - Slide

bepaalde en onbepaalde lidwoorden

Bepaalde lidwoorden: de en het.

Voorbeeld: de vrouw / het kind

Onbepaalde lidwoorden: een

Voorbeeld: een man / een kind

Slide 5 - Slide

Slide 6 - Slide

Slide 7 - Slide

Slide 8 - Slide

Slide 9 - Slide

Zusammen üben

Vul in: ein/eine en kein/keine!

...…….. ........... Onkel

…...….. ........... Brötchen

…....…. ........... Schwester

.......... ........... Speisekarte

.......... ........... Fisch

.......... ........... Kartoffeln

Slide 10 - Slide

Aan het eind van de les kan/weet ik...

- de 4 seizoenen in het Duits benoemen en opschrijven

- de 12 maanden in het Duits benoemen en opschrijven

Slide 11 - Slide

Welke maanden kennen jullie?

Slide 12 - Slide

Slide 13 - Video

Slide 14 - Video

Maanden

der Januar der August

der Februar der September

der März der Oktober

der April der November

der Mai der Dezember

der Juni

der Juli

* De maanden zijn in het Duits mannelijk (der).

*Als je wilt zeggen in welke maand iets gebeurt, dan zet je het woord 'im' voor de maand.

Slide 15 - Slide

Toepassen:

Opdracht 1: werkblad 1 + 2 invullen!

Slide 16 - Slide

Slide 17 - Slide

Slide 18 - Slide

Ik kan.../Ik weet...

Slide 19 - Slide

Mach!

- SlimStampen Paragraaf A Sehen + C Hören + D Lesen + Lernliste Seite 166 + 167

+ Grammatik + Sprachmittel Seite 168

Slide 20 - Slide