week 4 - hablar del tiempo

Buenos días
¿Qué vamos a hacer?
  • corregir los deberes
  • video
  • hablar del tiempo
Lunes, 20 de enero
1 / 18
next
Slide 1: Slide
SpaansMiddelbare schoolvwoLeerjaar 3

This lesson contains 18 slides, with text slides.

time-iconLesson duration is: 80 min

Items in this lesson

Buenos días
¿Qué vamos a hacer?
  • corregir los deberes
  • video
  • hablar del tiempo
Lunes, 20 de enero

Slide 1 - Slide

Tien Spaanse gerechten opgenomen in de lijst van ‘slechtste gerechten ter wereld’
Ondanks de negatieve beoordelingen blijven deze gerechten een belangrijk onderdeel van de Spaanse cultuur en keuken. Ze weerspiegelen de regionale tradities en smaken die Spanje uniek maken. Veel Spanjaarden blijven hun culinaire erfgoed verdedigen en benadrukken dat smaken subjectief zijn.
De gerenommeerde gastronomische gids TasteAtlas heeft een controversiële lijst gepubliceerd met de slechtste gerechten ter wereld. Verrassend genoeg staan er tien traditionele Spaanse gerechten op deze lijst, ondanks de wereldwijde faam van de Spaanse keuken. Dit heeft voor veel discussie gezorgd onder zowel Spanjaarden als internationale fijnproevers.

Slide 2 - Slide

Tien Spaanse gerechten opgenomen in de lijst van ‘slechtste gerechten ter wereld’
Bocadillo de Sardinas
Angulas a la cazuela
Baskisch gerecht.Het wordt meestal gemaakt met zeldzame baby-alen, knoflook, hete peper, olijfolie en zout.

Faves a la Catalana
Catalaans gerecht
met bloedworst.

Slide 3 - Slide

Tien Spaanse gerechten opgenomen in de lijst van ‘slechtste gerechten ter wereld’
Calamares en su tinta, een gerecht van inktvis in zijn eigen inkt.
 gazpacho manchego, een stoofschotel uit Castilla-La Mancha.
Fabada asturiana, een stevige bonenschotel uit Asturië.

Slide 4 - Slide

Tien Spaanse gerechten opgenomen in de lijst van ‘slechtste gerechten ter wereld’
Lechazo asado, gegrild lamsvlees.
oreja a la plancha
gegrilde varkensoren. 
ensaladilla rusa
zarajos, een salade met mayonaise en gefrituurde schapen-ingewanden

Slide 5 - Slide

A corregir
Ejercicios del LessonUp
Leerdoel: repaso constucciones verbos

Slide 6 - Slide

Gerundio
Vul de juiste vorm in:
  1. En este momento yo __________________ (trabajar).
  2. ¿Qué ________________________(hacer, tú)?
  3. Mi padre _______________________(dormir).
  4. Mis amigos _______________________ (escribir) un trabajo para Mates.
  5. ¿Vosotros _______________________(pedir) la carta al camarero?
  6. Nosotros _____________________(levantarse).
Vertaal:
  1. Zij zijn aan het voetballen.
  2. Hij is een broodje aan het eten.
  3. Wij zijn aan het studeren.

Slide 7 - Slide

Plannen in de toekomst
Vul de juiste vorm in:
  1. Esta tarde yo _______________ (maken) los deberes de Matemáticas.
  2. El fin de semana nosotros ____________ (gaan) naar Barcelona.
  3. ¿Vosotros _________________ (lezen) este libro?
  4. ¿Tú _________________ (schrijven) una carta a tu amigo?
Vertaal:
  1. Wij gaan vanavond muziek luisteren.
  2. Zij gaan vanmiddag voetballen.
  3. ¿Gaan jullie donderdag naar de bioscoop?
  4. Ik ga zaterdag mijn tante bezoeken. 

Slide 8 - Slide

Moeten 
Vul de juiste vorm in:
  1. Mañana no puedo porque ______________ (studeren). 
  2. ¿Vais a ir a Madrid este fin de semana? No, _____________ (voetballen)
  3. Pepe y Carmen _________________ (gaan) a la fiesta.
  4. En la clase los alumnos ________________(praten) español
Vertaal:
  1. Ik moet vanmiddag mijn opa bezoeken.
  2. Het is koud. Je moet een sjaal dragen.
  3. Zij moeten een boek lezen.
  4. Hoe laat moeten jullie eten?

Slide 9 - Slide

Gritones
¿Qué piensas que están haciendo?
Usa estar + gerundio
- Ellos están…

Slide 10 - Slide

Mira el video hasta el  segundo 50

Slide 11 - Slide

Gritones
¿Qué crees que va a ocurrir ahora? ¿Cómo crees que va a reaccionar la chica? ¿El final del corto va a ser feliz o triste?
Háblalo con tus compañeros/as usando ir a + infinitivo.
- Creo que…
- Pues yo pienso que

Slide 12 - Slide

Mira el video el resto del video

Slide 13 - Slide

Gritones
Imagina que eres el chico. ¿Qué vas a hacer justo después? Inventa una
pequeña historia. Usa ir a + infinitivo
- Voy a…

Slide 14 - Slide

¿Qué vas a hacer?
IR + A + hele werkwoord
EN GRUPOS

Slide 15 - Slide

Hablar del tiempo

Primero vamos a escuchar ej. 1
Después leemos los textos.

LA: pag. 36
Leerdoel: hablar del tiempo

Slide 16 - Slide

Hablar del tiempo
  • ¿Qué significa: demasiado/mucho/bastante/
   un poco (de)/nada (de)?
  • Vamos a hacer frases. 
LA: pag. 37
Leerdoel: hablar del tiempo
teveel, veel, nogal, een beetje, geen/niets
woordenlijst  blok5

Slide 17 - Slide

Deberes
Leren: woordenlijst 4 en 5
Maken: 
LA: pág. 42 ej. 1, 2, 3, 4
pág. 43 ej.  5
LE: ej. 1.11 y 1.12

Slide 18 - Slide