Samenvattingsles hst 7 Huren of kopen

Hst 7_les1_V4_BE
Par 7.1 Huren
Par 7.2 Kopen
Par 5.6 Aflossen op leningen
1 / 46
next
Slide 1: Slide
BedrijfseconomieMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4

This lesson contains 46 slides, with text slides and 2 videos.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Hst 7_les1_V4_BE
Par 7.1 Huren
Par 7.2 Kopen
Par 5.6 Aflossen op leningen

Slide 1 - Slide

Leerdoelen par 7.1 en 7.2
  • Je kunt uitleggen waarom iemand kiest voor een huurwoning of koopwoning.
  • Je kunt het aankoopproces van een woning beschrijven

Slide 2 - Slide

Leerdoelen par 5.6
  • Je kunt de schuldrest berekenen
  • Je kunt het interestbedrag berekenen nadat er is afgelost.

Slide 3 - Slide

Slide 4 - Slide

Slide 5 - Slide

Slide 6 - Slide

Slide 7 - Slide

Slide 8 - Slide

Slide 9 - Slide

Slide 10 - Slide

Slide 11 - Slide

Slide 12 - Slide

Slide 13 - Slide

Slide 14 - Slide

Slide 15 - Slide

Slide 16 - Slide

Slide 17 - Slide

Slide 18 - Slide

Slide 19 - Slide

Slide 20 - Slide

5.6 Lasten lening
  • aflossing > lagere (rest)schuld
  • rente > vergoeding aan de bank voor het ter beschikking stellen van een lening.
  • Schuldrest: oorspronkelijk geleende bedrag- gedane aflossingen.
  • Afhankelijk van hypotheekvorm kun je jaarlijkse rente en aflossing berekenen (komt terug in par 7.3 en 7.4 )

Slide 21 - Slide

Par 7.3 Lineaire hypotheek

Slide 22 - Slide

Leerdoelen par 7.1 en 7.2
  • Je kunt uitleggen waarom iemand kiest voor een huurwoning of koopwoning.
  • Je kunt het aankoopproces van een woning beschrijven.
  • Je kunt de schuldrest berekenen
  • Je kunt het interestbedrag berekenen nadat er is afgelost.

Slide 23 - Slide

Leerdoelen par 7.3
  • Je kunt de lineaire hypotheek omschrijven
  • Je kunt de periodieke aflossing en interest berekenen.
  • Je kunt de fiscale aspecten verwerk.
  • Je kunt de voordelen en nadelen noemen van de lineaire hypotheek.

Slide 24 - Slide

Hypotheekgever en hypotheeknemer
Hypotheek is het onderpand
Hypotheekgever= geldnemer
= huiseigenaar
Hypotheeknemer = geldgever
= bank

Hypotheek = onderpand
Hypothecaire lening

Slide 25 - Slide

  • Lening 100.000
  • 10 jaar aflossen
  • Dus aflossing 10.000 per jaar
  • Schuld neemt elk jaar af met 10.000,-
  • jaar 1: 100.000 en 6% rente= 6.000,-
  • jaar 2: 90.000 en rente 6%= 5.400,-

Slide 26 - Slide

Vanaf begin 2023 is de belastingaftrek voor eigenwoningschuld (= rente) altijd tegen tarief 1e schijf dus 37,07%

Slide 27 - Slide

Slide 28 - Slide

Snelle manier:
Hypotheekrente aftrek - €4.000
bijtelling eigen woning forfait +€ 1.260
Verlaging belastbaar inkomen =€ 2.740
belastingvoordeel (gegeven 40%) = 0,4 x 2.740= €1.096

Slide 29 - Slide

Slide 30 - Slide

Slide 31 - Slide

Opdracht 7.8
Maak opdracht 7.8
Hoe: zacht overleg met tweetal naast elkaar toegestaan
Tijd:  15 minuten
Daarna klassikaal kort bespreken per subvraag.
Klaar: ga verder met opdracht 7.9
timer
15:00

Slide 32 - Slide

Antwoorden opdracht 7.8 a tm c
  • a. rente 1,5% van 450.000,- =  6.750,-
  • b. Aflossing is 450.000/30= 15.000,-
  • c. na de 11 jaar is de schuldrest 450.000 - (11x 15.000)= 285.000,-
  • d. 1,5% van 285.000= 4.275,-

Slide 33 - Slide

Uitwerking opgave 7.8

Slide 34 - Slide

Slide 35 - Video

Par 7.4 Annuitaire hypotheek

Slide 36 - Slide

  • Lening 100.000
  • 10 jaar aflossen
  • Dus aflossing 10.000 per jaar
  • Schuld neemt elk jaar af met 10.000,-
  • jaar 1: 100.000 en 6% rente= 6.000,-
  • jaar 2: 90.000 en rente 6%= 5.400,-

Slide 37 - Slide

Leerdoelen par 7.4
  • Je kunt de annuïtaire hypotheek omschrijven
  • Je kunt de voordelen en nadelen noemen van de annuïtaire hypotheek.

Slide 38 - Slide

Slide 39 - Slide

Slide 40 - Slide

Slide 41 - Slide

Slide 42 - Slide

Slide 43 - Slide

timer
20:00

Slide 44 - Slide

Uitwerking opgave 7.10

Slide 45 - Slide

Slide 46 - Video