10.1 Man en vrouw les 1

Lesdoelen
  • Primaire en secundaire geslachtskenmerken kunnen noemen.

  • Delen van het voortplantingsorgaan van de man kunnen noemen met de bijbehorende functie.


1 / 17
next
Slide 1: Slide
BiologieMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 4

This lesson contains 17 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 60 min

Items in this lesson

Lesdoelen
  • Primaire en secundaire geslachtskenmerken kunnen noemen.

  • Delen van het voortplantingsorgaan van de man kunnen noemen met de bijbehorende functie.


Slide 1 - Slide

Geslachtskenmerken
  • De kenmerken waaraan je kunt herkennen of iemand een man of vrouw is, heten geslachtskenmerken.

  • Primaire geslachtskenmerken zijn vanaf de geboorte zichtbaar.
  • Secundaire geslachtskenmerken zijn vanaf de puberteit zichtbaar.

Slide 2 - Slide

Geslachtskenmerken
  • Vanaf de puberteit worden jongens en meisjes vruchtbaar.

  • In de geslachtsorganen worden geslachtscellen (voortplantingscellen) gemaakt.

  • Bij jongens zijn dit zaadcellen, bij vrouwen zijn dit eicellen.

Slide 3 - Slide

Zaadcellen

Slide 4 - Slide

Geslachtsorganen van een man

Slide 5 - Slide

Ontstaan van sperma

Slide 6 - Slide

Welke geslachtskenmerken zijn vanaf de geboorte zichtbaar>
A
Primaire geslachtskenmerken
B
Secundaire geslachtskenmerken
C
Primaire en secundaire geslachtskenmerken
D
Geen van beide

Slide 7 - Quiz

De schaamlippen bij een vrouw zijn
A
Primaire geslachtskenmerken
B
Secundaire geslachtskenmerken

Slide 8 - Quiz

Schaamhaar, okselhaar en meer zweet en talgklieren zijn:
A
Tertiaire geslachtskenmerken
B
Secundaire geslachtskenmerken van de vrouw
C
Secundaire geslachtskenmerken van de man
D
Secundaire geslachtskenmerken van beide geslachten

Slide 9 - Quiz

Barend is 12 jaar oud. Zijn lichaam is volop in de groei. Hij wordt langer en breder. Hij ontwikkelt ook secundaire geslachtskenmerken. Hij begint haargroei op zijn armen en benen te krijgen en zijn stem wordt lager. De geslachtshormonen in Barends lichaam zorgen voor deze veranderingen.

19 Welke klieren maken deze geslachtshormonen aan?

A
De bijnieren
B
De eierstokken
C
De speekselklieren
D
De teelballen.

Slide 10 - Quiz

Vrouwen met het syndroom van MRK hebben geen baarmoeder en geen vagina. Hun eierstokken zijn goed ontwikkeld en functioneren normaal. De vrouwen hebben wel een clitoris en schaamlippen en in de puberteit ontwikkelen de borsten zich normaal.
Heeft een vrouw met het syndroom van MRK primaire geslachtskenmerken? En heeft ze secundaire geslachtskenmerken?
A
geen primaire en geen secundaire geslachtskenmerken
B
alleen primaire geslachtskenmerken
C
alleen secundaire geslachtskenmerken
D
primaire en secundaire geslachtskenmerken

Slide 11 - Quiz

In de afbeelding zie je de geslachtsorganen van een man.
Hoe heten de onderdelen 1 t/m 3.

Slide 12 - Open question

Hoe noemen we deel 9?
A
voorhuid
B
teelbal
C
eikel
D
penis

Slide 13 - Quiz


Waardoor ontstaat er een erectie?
A
Doordat er bloed in het zwellichaam van de penis wordt gepompt
B
Doordat er sperma in het zwellichaam van de penis wordt gepompt
C
Doordat er zaadcellen in het zwellichaam van de penis wordt gepompt
D
Doordat er zaadvocht in het zwellichaam van de penis wordt gepompt

Slide 14 - Quiz

Wat wijst nummer 3 aan?
A
de penis
B
de eikel
C
de teelbal / de zaadbal
D
de balzak

Slide 15 - Quiz

Welk deel bij de man is gevoelig voor sexuele prikkels ?
A
Penis
B
Eikel
C
Teelbal
D
Bijbal

Slide 16 - Quiz

Wat doet de prostaat?
A
Bewaart zaadcellen
B
Voegt vocht toe aan de zaadcellen
C
Maakt zaadcellen
D
Maakt de penis stijf

Slide 17 - Quiz