Cognitieve ontwikkeling WISK

Mijn broertje was blij met 5 cent in ruil voor 20 cent, 5 cent was namelijk groter.

In welke fase zit het broertje?

Concreet operationeel

Sensomotorisch

Preoperationeel

1 / 14

Slide 1: Quiz

NederlandsHBOStudiejaar 1

This lesson contains 14 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

Mijn broertje was blij met 5 cent in ruil voor 20 cent, 5 cent was namelijk groter.

In welke fase zit het broertje?

Concreet operationeel

Sensomotorisch

Preoperationeel

Slide 1 - Quiz

In welke fase zit Hein?
H: Ik ben Hein. Ik ben een groot kind.
Vader: Ben jij mijn zoon?
H: Nee, ik ben Hein.

Preoperationeel

Concreet-operationeel

Formeel-operationeel

Slide 2 - Quiz

Hoe zou Hein zichzelf omschrijven als hij in de concreet-operationele fase zou zitten?

Slide 3 - Open question

Wat wordt er bedoeld met het begrip 'objectpermanentie'?

Slide 4 - Open question

Leerlingen kunnen het best debatteren in de formeel operationele fase.

Hoe komt dit?

Slide 5 - Open question

2. In alle fasen is hetzelfde ontwikkelingsprincipe van toepassing.

Slide 6 - Slide

Welk dier zien we hier?

Slide 7 - Open question

Assimilatie

Gedachte kind als hij voor het eerst een kat ziet... vier poten en een staart.

Dit is ook een hond.

De nieuwe kennis wordt in bestaand denkschema gepast.

Slide 8 - Slide

Accomodatie

Kind wordt gecorrigeerd.

Een hond is iets anders dan een kat = cognitief conflict.

Het denkschema moet worden aangepast.

Slide 9 - Slide

Wat kan ik als docent met deze theorie?

Slide 10 - Open question

Extra uitleg

check: https://www.youtube.com/watch?v=a5qU89YPgZs

Slide 11 - Slide

3. In elke fase is sprake van cognitief egocentrisme

Aan het begin van elke fase is er het onvermogen om je te verplaatsen in de zienswijze van de ander.

Adolescenten kijken door dit cognitief egocentrisme ook op een bepaalde manier naar zichzelf.

Persoonlijk fabel: dit overkomt mij niet óf alleen ik beleef dit op deze manier.

Slide 12 - Slide

Bas (15 jaar) is naar een feestje geweest. Hij fietst in het donker naar huis. Dan wordt hij staande gehouden door de politie; hij heeft geen licht op zijn fiets. En dat terwijl zijn vader hem nog had gezegd lampjes mee te nemen.

Hoe is er in dit voorbeeld sprake van cognitief egocentrisme?

Slide 13 - Open question

To do volgende bijeenkomst

Lezen:

Van der Wal, J., Theunissen, M., & De Wilde, J. (2021). Identiteitsontwikkeling en leerlingbegeleiding

(6e herziene druk). Bussum: Coutinho.

pp. 151 - 162

Vragen insturen via Googleforms voor responsiecollege (zie onderwijsonline)

Slide 14 - Slide