De achttiende eeuw was de eeuw van de genootschappen. Er waren honderden leesgezelschappen, minstens zestig letterkundige genootschappen, tientallen toneelgenootschappen, medische, natuurkundige en wetenschappelijke genootschappen en talloze vrijmetselaarsloges.
Allemaal zetten ze zich in voor de samenleving. Dat die samenleving verre van volmaakt was, wakkerde het enthousiasme alleen maar aan.