• pest, bedreigt, intimideert;
• slaat, mishandelt, vecht (al dan niet met wapens) (agressief);
• steelt, vernielt, pleegt inbraken (delinquent gedrag);
• spijbelt en loopt weg van huis;
• kan erg op zichzelf zijn;
• heeft in groepsverband narcistisch gedrag. Er gelden andere regels voor hen;
• heeft een verminderd inlevingsvermogen;
• is uit op persoonlijk gewin.