4.5 (deel 2) 13-02-2025

• Engels
• Middelbare school
• vmbo k
• Leerjaar 2

Welcome Class 2D!

Take in front of you: 

English book + pen/pencil 

What are we going to do today?

Hulpwerkwoorden can / could

Hulpwerkwoorden en hoofdwerkwoorden

Ik heb een appel gegeten. 

Ik zal mijn huiswerk maken.

Ik zou rijk kunnen worden.

I have eaten an apple. 

I will make my homework. 

I could become rich.

can / can't = (niet) kunnen / mogen

kunnen / niet kunnen 

I can speak English well. / I can't speak English well. / Can you help me? 

mogen / niet mogen 

You can go now. / You can't go now. 

Toestemming vragen (aan iemand die je kent) 

Can I go to the toilet? 

could / couldn't = konden / mochten / zou kunnen

konden / konden niet 

When I was 10, I could speak English well. / ... I couldn't speak English well. 

mochten / mochten niet 

Mum told me I could go to the party. /...  I couldn't go to the party. 

zou kunnen 

We could go by bus. > mogelijkheid 

Could I have a coffee, please? > beleefde vraag aan onbekenden 

Verschil can / could

can = directer, meer zekerheid (kunnen) 

could = beleefder, voorzichtiger (zou kunnen) 

Can you give me my bag? ~ Could you give me my bag? 

We can win this! ~ We could win this! 

Let op: na can / could > hele werkwoord

Samen maken: opdr. 8 p. 158

a. 

b. 

c. 

d. 

e. 

f. 

Words + expressions 4.5 p. 168

Leesvaardigheidstoets

Thursday 20 February (2e)

Je kunt deze toets niet voorbereiden. 

Homework for Friday 14 Feb (6e)

- Leren: expressions + grammatica 4.5 (p. 168-169)

- Maken: opdr. 6, 7, 9 van 4.5 (laptop) 

Klaar? Oefen woordjes 4.5 met de Woordtrainer of StudyGo. 

Thu 20 Feb. (2e)  Leesvaardigheidstoets