Zinsopbouw + overhoren Exid 1

1 / 12
next
Slide 1: Slide
FransMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4

This lesson contains 12 slides, with text slides.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

Slide 1 - Slide

Les objectifs de ce cours
  • Ik weet de zinsvolgorde in het Frans.
  • Ik kan Franse zinnen maken met een correcte zinsopbouw.
  • Ik kan de verschillende ontkenningen gebruiken in het Frans.

Slide 2 - Slide

Le programme d'aujourd'hui:
Vendredi 20 septembre 2024
  • La construction des phrases françaises.
  • Vous faites des exercices sur papier
  • Un test diagnostique

Slide 3 - Slide

Opwarmingsopdracht: La construction des phrases
Durée? 2 minutes
Comment? En binôme

-> Wat is het ond, gezegde, lijdend voorwerp en tijdsbepaling?
  1. Jean mange une pomme.
  2. Hier, Emily et Malika ont donné un cadeau à Marie.
  3. Vincent achète un pain pour sa mère tous les jours.

Slide 4 - Slide

Aantekening: La construction des phrases simples
Een simpele zin kan op de volgende manieren:
1. Onderwerp + gezegde + lijdend voorwerp
     Jean                   mange        une pomme.

2. Tijdsbepaling +          ond        +  gezegde + lv                 + mv
         Hier          , Emily et Malika   ont donné  un cadeau à Marie.
3. Ond       + gezegde + lv       + mv                 + tijdsbepaling
     Vincent    achète  un pain  pour sa mère   tous les jours

Slide 5 - Slide

Oefening: La construction des phrases simples
Quoi? Traduisez les phrases               Durée? 5 minutes
Comment? Dans votre cahier           Fini? Faites des phrases




1. Morgen koop ik een croissant voor mijn oma.
2. Ik doe bijna altijd aan voetbal.
3. Elke zondag gaat mijn broer naar Amsterdam.
4. Amélie noteert in haar schrift.
5. Zij zijn altijd blij tijdens de les.
timer
5:00

Slide 6 - Slide

Oefening: La construction des phrases simples
Quoi? Traduisez les phrases               Durée? 5 minutes
Comment? Dans votre cahier           Fini? Faites des phrases




1. Demain, j'achète un croissant pour ma grand-mère.
2. Je fais du foot presque toujours.
3. Le dimanche, mon frère va à Amsterdam.
4. Amélie note dans son cahier.
5. Ils sont toujours contents pendant le cours.

Slide 7 - Slide

Aantekening: les phrases subordonnées (bijzinnen)
Ik ga naar de supermarkt, maar het regent.
-> Je vais au supermarché, mais il pleut.
Met voegwoorden: MaisOuEtDoncOrNiCar + woorden op -dat
(omdat, voordat, opdat etc.)

Het werkt hetzelfde (LET OP! tijdsbepaling in bijzin achteraan)
Kies een zinsconstructie + voegwoord + zinsconstructie
Aujourd'hui il pleut, donc je vais au supermarché demain.

Slide 8 - Slide

Oefening: La construction des phrases simples
Quoi? Traduisez les phrases               Durée? 7 minutes
Comment? Dans votre cahier           Fini? Faites des phrases




1. Zij gaan met de fiets naar school, want het regent vandaag.
2. Ik dans elke dag en ik voetbal elke zaterdag.
3. Het kind koopt een cadeau, omdat het de verjaardag van zijn moeder is.
timer
7:00

Slide 9 - Slide

Oefening: La construction des phrases simples
Quoi? Traduisez les phrases               Durée? 5 minutes
Comment? Dans votre cahier           Fini? Faites des phrases




1. Ils/elles vont à vélo à l'école, car il pleut aujourd'hui.
2. Je danse tous les jours et je fais du foot le samedi.
3. L'enfant achète un cadeau, parce que c'est l'anniversaire de sa mère. 

Slide 10 - Slide

Quoi? Faites les exercices
Comment? Sur un papier
Aide? Un dictionnaire
Durée? Jusqu'à 15:55
Fini? Lire!
Pourquoi? Om te oefenen met het toepassen van de zinsvolgorde bij Franse zinnen.

Slide 11 - Slide

Overhoring: Woorden Exid. H1

Vertaal naar NL:
1. de achternaam
2. getrouwd
3. de vriend
4. ongelukkig

Vertaal naar FR:
1. une nièce
2. mourir
3. entretenir
4. fréquenter
5. le comportement
6. divorcer
7. la tension

Slide 12 - Slide