This lesson contains 22 slides, with interactive quizzes and text slides.
Lesson duration is: 45 min
Items in this lesson
woordsoorten
Slide 1 - Slide
Vandaag
Woordsoorten
Herhaling afgelopen jaren
Komt terug in de toets > herkennen
Slide 2 - Slide
Lesdoel
Kunnen herkennen van werkwoorden, zelfstandig naamwoorden en bijvoeglijke naamwoorden
Weten welke soorten werkwoorden er zijn
Slide 3 - Slide
Woordsoorten zijn:
een groep woorden die bij elkaar horen
Slide 4 - Slide
Wat is een werkwoord?
Slide 5 - Open question
Werkwoord
Een werkwoord (ww) zegt wat iets of iemand doet of overkomt (zwemmen, denken, vallen). Bij sommige werkwoorden is de betekenis niet zo duidelijk (zijn, moeten, worden).
Natuurlijk heeft een werkwoord basisvormen. Die gaan wij hier behandelen
Slide 6 - Slide
Infinitief
Hele werkwoord
Jasper gaat om 12 uur lunchen.
Slide 7 - Slide
Hoeveel weet jij over het voltooid deelwoord?
😒🙁😐🙂😃
Slide 8 - Poll
Voltooid deelwoord
Het voltooid deelwoord geeft aan dat iets eerder is gebeurd.
Fatma heeft een cursus budgetcoach gevolgd.
Slide 9 - Slide
Slide 10 - Slide
Zelfstandig naamwoord
Slide 11 - Slide
Voorbeelden zelfstandig naamwoord
Slide 12 - Mind map
2x oefenen
Sleep het woord naar de juiste box.
De gele vlakken kun je slepen.
Slide 13 - Slide
werkwoord
lidwoord
zelfstandig naamwoord
studeert
de
buurvrouw
Slide 14 - Drag question
lidwoord
zelfstandig naamwoord
werkwoord
de
vogels
vliegen
Slide 15 - Drag question
Wat is het bijvoeglijk naamwoord?
Slide 16 - Open question
het bijvoeglijk naamwoord
geeft meer informatie over het zelfstandig naamwoord
Slide 17 - Slide
Weer oefenen
Sleep de woorden naar de juiste box.
Slide 18 - Slide
lidwoord
zelfstandig naamwoord
werkwoord
bijvoeglijk naamwoord
blauwe
de
lucht
betrekt
Slide 19 - Drag question
De blauwe lucht betrekt
Deze zin geeft informatieover de lucht.
De lucht is blauw.
De lucht verandert (betrekt).
Dit gebeurd als het ineens gaat regenen en onweren.
Slide 20 - Slide
Belang les
Belangrijk om te weten hóe je werkwoorden moet vervoegen