quiz: Nederland in de 20e eeuw

Quiz
Nederland in de 20e eeuw
1 / 16
next
Slide 1: Slide
GeschiedenisMiddelbare schoolhavoLeerjaar 3

This lesson contains 16 slides, with interactive quizzes and text slide.

time-iconLesson duration is: 25 min

Items in this lesson

Quiz
Nederland in de 20e eeuw

Slide 1 - Slide

Verzuiling is
A
verdeling van de samenleving in verschillende groepen
B
verdeling van de samenleving in verschillende groepen op basis van geloof.
C
verdeling van de samenleving in verschillende groepen op basis van geloof en politieke voorkeur.
D
verdeling van de samenleving in verschillende groepen op basis van politieke voorkeur.

Slide 2 - Quiz

Hieronder staan vier stromingen die aan het eind van de 19e en aan het begin van de 20e eeuw een belangrijke rol speelden.

➤Geef van elke afbeelding aan bij welke stroming deze hoort. Sleep hiervoor de stroming naar de afbeelding.
Let op: er blijft één stroming over.
katholicisme
protestantisme
socialisme
liberalisme

Slide 3 - Drag question

Welke uitspraak past het
best bij de bron.
A
De vrouwen die streden voor kiesrecht waren gelovig
B
vrouwen worden opgeroepen om op christelijke partijen te stemmen
C
De vereniging voor vrouwenkiesrecht laat ook mannen toe,
D
Na jaren strijd door vrouwen van de eerste feministische golf krijgen vrouwen kiesrecht.

Slide 4 - Quiz

Politieke partijen die in hun programma uitgaan van het geloof.
A
Feministen
B
Socialisten
C
Confessionelen
D
Liberalen

Slide 5 - Quiz

Politieke stroming die vrijheid belangrijk vindt.
A
Feministen
B
Socialisten
C
Confessionelen
D
Liberalen

Slide 6 - Quiz

Vrouwenbeweging die streed voor gelijke rechten en kansen voor vrouwen.
A
Feministen
B
Socialisten
C
Confessionelen
D
Liberalen

Slide 7 - Quiz

De minister-president is tevreden, want twee grote conflicten zijn opgelost en iedereen heeft zijn zin gekregen. Hij deelde als het ware cadeautjes uit.

De leider van de protestanten is blij met zijn ‘cadeau’: voortaan betaalt de overheid ook het bijzonder onderwijs.
Op dit cadeau staat ‘bijz. school’.
De socialisten zijn erg blij met de Pacificatie van 1917.
Aletta Jacobs is verdrietig, want 
zij krijgt niet wat ze wilde hebben.
1
2
3
4
5

Slide 8 - Drag question

Om welke reden wilde Nederland neutraal blijven?
Twee antwoorden zijn er juist
A
Nederland had geen leger om te vechten.
B
Nederland wilde handel drijven met iedereen
C
Nederland wilde geen oorlog op zijn grondgebied
D
De Nederlandse bevolking was pro-Duits

Slide 9 - Quiz

Kenmerkend voor de jaren '50 in Nederland was...
Twee antwoorden zijn er juist
A
Genieten van het leven na de Tweede Wereldoorlog, het ontstaan van een consumptiemaatschappij
B
Groei van de welvaart, veel mensen hebben schaffen een auto aan.
C
Hard werken, sparen, zuinig zijn, emigratie
D
er ontstaat een multiculturele samenleving

Slide 10 - Quiz


In de jaren 1950 kwamen de Nederlanders op grote schaal in opstand tegen de lange werktijden en lage lonen van die tijd.

A
Waar
B
Niet waar

Slide 11 - Quiz

Abraham Kuyper
Hendrik Colijn
Belgen 
vrouwen kiesrecht.
Protestantse zuil
Eerste Feministische golf 
Bezuinigingen
Vluchtelingen

Slide 12 - Drag question

De Nederlandse industrie en de landbouw werden na 1945 ingrijpend gemoderniseerd, onder andere met geld van de Marshallhulp.

A
Waar
B
Niet waar

Slide 13 - Quiz

Welke zijn juist. Colijn probeerde de economische crisis te bestrijden door....

I. Grote hoeveelheden voedsel uit het buitenland te importeren
II. lonen en uitkeringen te verlagen
III. overheidsuitgaven te verlagen

A
I en II zijn juist
B
II en III zij juist
C
I en III zijn juist.
D
alle drie zijn juist

Slide 14 - Quiz

Wat is een consumptiemaatschappij?
A
maatschappij waarin mensen spullen kunnen kopen voor een aangenaam leven
B
maatschappij van liefdadigheid
C
maatschappij waarin alleen geleend mag worden om luxe artikelen te kopen.
D
een samenleving waarin burgers van de overheid geld krijgen om voldoende consumpties te hebben.

Slide 15 - Quiz

Na de tweede wereldoorlog staat Nederland open voor de consumptiemaatschappij naar Amerikaans model.
Waarom?
A
In Amerika is alles veel groter en mooier dan in Europa.
B
De Amerikanen hebben (onder andere) een einde gemaakt aan de tweede wereldoorlog.
C
Amerika heeft financieel bijgedragen aan de wederopbouw van Europa.
D
Amerika heeft van oorsprong een rijkere cultuur

Slide 16 - Quiz