FRA & ENG deden niets -->wilden geen oorlog, waren zelf nog niet goed hersteld van WO1.
Ze gaven Hitler zijn zin!
Slide 6 - Slide
Slide 7 - Video
1 sept. 1939
Duitsland valt Polen binnen!
Slide 8 - Slide
Oorlog gaat verder: Blitzkrieg
1940-1942 Hitler bezet door snelle tactiek heel Europa. --> BLITZKRIEG
Onverwachte aanval -->soldaten, tanks en vliegtuigen trekken de grens over.
Doel snel de regering afzetten en macht overnemen.
Ook Nederland bezet op 10 mei 1940.
Slide 9 - Slide
Blitzkrieg
Blitzkrieg: de theorie
Snelheid en verrassing lagen aan de basis van de Blitzkrieg. Hitler wilde de uitzichtloze situatie waarin beide partijen zich tijdens de Eerste Wereldoorlog bevonden voorkomen; hij zag geen heil in een nieuwe loopgravenoorlog. Tijdens een aanval speelden lichte tanks een belangrijke rol; zij leidden de aanval en werden gesteund door infanterie en vliegtuigen.
Slide 10 - Slide
Hoe ging die blitzkrieg precies...
dat zie je in het volgende filmpje
Slide 11 - Slide
Slide 12 - Video
Duitse bezetting in Nederland.
De oorlog begint. Duitsland valt als eerste polen aan.
Lebensraum.
Duitse bezetting in Nederland.
Nederland wilde neutraal blijven.
10 Mei 1940. Duitsland valt Nederland in de nacht binnen.
Op 15 Mei geeft Nederland zich over.
14 mei heeft Duitsland Rotterdam gebombardeerd.
29 mei nemen de Nazi's de macht over.
Slide 13 - Slide
Slide 14 - Video
Duitse bezetting in Nederland.
Koningin Wilhelmina vlucht naar Engeland.
Nederland wordt een deel van Duitsland. Vanuit daar sprak ze Nederland toe door middel van radio oranje.
De NSB (Nationaal- socialistische bond.) mag blijven bestaan. Zij stonden namelijk aan de kant van de Duitsers.
Het leven gaat gewoon door in Nederland en de mensen proberen het normale leven zo goed mogelijk op te pakken. De Duitse soldaten waren in het begin van de bezetting ook nog vriendelijk.
Slide 15 - Slide
Verzet in Nederland.
Sommige mensen kwamen in verzet tegen de Duitsers.
Ze plakten anti-Duitse posters, Luisterden naar de radio, Deelden illegale kranten uit, Zorgden ervoor dat mensen konden onderduiken etc.
Slide 16 - Slide
Bezetting Europa (1939-1942)
Slide 17 - Slide
Video
Kijk de volgende video tot 05:40.
Slide 18 - Slide
Slide 19 - Video
Jodenvervolging, morgen komt er een gastspreker
Slide 20 - Slide
Wie was de leider van de NSB?
A
Adolf Hitler
B
Koningin Beatrix
C
Anton Mussert
D
Arthur-Seyss Inquart
Slide 21 - Quiz
Wie was in Nederland, tijdens de Duitse bezetting, de hoogste bestuurder?
A
Hitler
B
Seyss-Inquart
C
Mussert
Slide 22 - Quiz
Slide 23 - Video
Wat zie je hier?
A
Duitsland valt Polen binnen
B
Groot-Brittanie en Frankrijk verklaren Duitsland de oorlog
C
Hitler lijft Oostenrijk bij Duitsland in
D
Hitler lijft Sudetenland in bij Duitsland
Slide 24 - Quiz
De Tweede Wereldoorlog is van:
A
1944-1948
B
1914-1918
C
1940-1945
D
1950-1955
Slide 25 - Quiz
Wie waren de supermachten na het einde van de Tweede Wereldoorlog?
A
Duitsland en Japan
B
Verenigd Koninkrijk en de Sovjet-Unie
C
de Sovjet-Unie en de Verenigde staten
D
Frankrijk en Duitsland
Slide 26 - Quiz
Wat is GEEN keerpunt uit de Tweede Wereldoorlog?
A
Bombardement van Rotterdam
B
D-Day
C
Invasie van de Sovjet-Unie
Slide 27 - Quiz
Waarmee begon de Tweede Wereldoorlog?
A
Toen Hitler Rijkskanselier werd.
B
Toen Hitler Oostenrijk inlijfde.
C
Toen Hitler Polen binnen viel.
D
Toen Hitler Rotterdam bombardeerde.
Slide 28 - Quiz
Wie won de Tweede Wereldoorlog?
A
Centralen
B
Geallieerden
Slide 29 - Quiz
Wat is de aanleiding van de Tweede Wereldoorlog?
A
Duitsland viel Polen aan
B
Duitsland werd vernederd na Eerste Wereldoorlog
C
Er was een economische crisis
D
Geen van allen
Slide 30 - Quiz
Hoe begon de tweede wereldoorlog in Nederland?
A
Een prins werd vermoord
B
Nederland was neutraal
C
Rotterdam werd gebombardeerd
D
Nederlandse leger begon te vechten
Slide 31 - Quiz
pak je laptop
Slide 32 - Slide
Sleep de gebeurtenissen naar de juiste plek.
Je begint bij de gebeurtenis die het langst geleden is.
1
2
3
4
5
De Eerste Wereldoorlog eindigt met het Verdrag van Versailles
De crisis begint.
De Eerste Wereldoorlog begint
Hitler komt aan de macht en begint de Tweede Wereldoorlog.
De Tweede Wereldoorlog eindigt .
Slide 33 - Drag question
De Tweede Wereldoorlog had twee bondgenootschappen: de geallieerden en de asmogendheden.
Welk land hoorde bij welke kant? Eentje is al ingevuld.
Asmogendheden
Geallieerden
Slide 34 - Drag question
Opnemen in de eigen staat
Overgeven
overleg tussen staten
bijeenkomst, vergadering
Snelle aanval
samenwerking
Bondgenootschap
Diplomatie
Inlijven
Conferentie
Blitzkrieg
Capituleren
Slide 35 - Drag question
1938
1939
Duitsland valt Polen binnen
Groot-Brittanie en Frankrijk verklaren Duitsland de oorlog
Hitler lijft Oostenrijk bij Duitsland in
Hitler lijft Sudetenland in bij Duitsland
Slide 36 - Drag question
Aan het werk
4.1 Oorlog in Europa
Opdracht 1 t/m 9 en de herhaling maken daarna gaan we klassikaal nakijken