This lesson contains 17 slides, with text slides and 3 videos.
Items in this lesson
7.4 Voedsel verteren
Slide 1 - Slide
Leerdoelen:
Ik kan uitleggen hoe je voedsel wordt verteerd
Ik kan uitleggen hoe enzymen werken
Ik kan beschrijven hoe je voedsel door het verteringsstelsel gaat
Ik kan beschrijven waar vertering in je lichaam plaatsvindt
Ik kan uitleggen hoe de voedingsstoffen in je bloed komen
Ik kan uitleggen wat er na vertering met de voedselresten gebeurt
Slide 2 - Slide
Slide 3 - Slide
Verteren = het kleiner maken van voedingsstoffen zodat ze in je bloed kunnen worden opgenomen.
Slide 4 - Slide
Vertering gebeurt door enzymen in verteringssappen.
Enzymen 'knippen'.
Slide 5 - Slide
De werking van enzymen is afhankelijk van temperatuur.
Slide 6 - Slide
Voedsel doorslikken
Speeksel uit speekselklieren maakt het eten vochtig.
Tijdens slikken:
Huig sluit neusholte af
Strotklepje sluit luchtpijp af
Slide 7 - Slide
Peristaltische bewegingen in darmen en maag
Slide 8 - Slide
Slide 9 - Video
Slide 10 - Video
Slide 11 - Video
Lees de instructie goed door zodat je weet welke betekenis de kleuren van de kaartjes hebben.
Knip de kaartjes uit, leg ze op de juiste plek volgens het bouwplan hiernaast. Je mag je boek erbij gebruiken.
Laat het verteringsstelsel controleren door de docent.
Slide 12 - Slide
Verteringsstelsel
Mondholte
Keelholte
Slokdarm
Maag
Twaalfvingerige darm
Dunne darm
Dikke darm
Endeldarm
Anus
Slide 13 - Slide
Mond met speeksel start vertering koolhydraten.
Maag metmaagsap en maagzuur start vertering eiwitten.
Twaalfvingerige darm met alvleessap
vertering vetten, verdere vertering koolhydraten en eiwitten.
Dunne darm met darmsap
laatste stap vertering koolhydraten en eiwitten.
Slide 14 - Slide
De lever maakt gal. Gal wordt opgeslagen in de galblaas. Bij vet eten wordt gal afgegeven aan de 12-vingerige darm. Hier verdeelt het vet in kleine druppeltjes.
Slide 15 - Slide
Dunne darm
Opname voedingsstoffen in het bloed.
Groot darmoppervlak door darmplooien en darmvlokken.
Slide 16 - Slide
Dikke darm:
Opname water in bloed.
Afbraak onverteerde stoffen door bacteriën (darmflora).