h3 (b)k1

Tot 3000 v.C.
3000 v.C. tot 500 n.C.
500 - 1000 n.C.
1000 - 1500 n.C..
Tijd van jagers en boeren
Tijd van Grieken en Romeinen
Tijd van Monniken en ridders
Tijd van Steden en Staten
Middeleeuwen
Prehistorie
Oudheid
1 / 25
next
Slide 1: Drag question
Mens & MaatschappijMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 1

This lesson contains 25 slides, with interactive quizzes.

time-iconLesson duration is: 30 min

Items in this lesson

Tot 3000 v.C.
3000 v.C. tot 500 n.C.
500 - 1000 n.C.
1000 - 1500 n.C..
Tijd van jagers en boeren
Tijd van Grieken en Romeinen
Tijd van Monniken en ridders
Tijd van Steden en Staten
Middeleeuwen
Prehistorie
Oudheid

Slide 1 - Drag question

De ... namen de macht over in Europa nadat het Romeinse rijk uiteen was gevallen.

Slide 2 - Open question

Wat was het leenstelsel?
A
Een stelsel waarbij een leenheer land uitleende aan horigen
B
Een stelsel waarbij de koning zijn land onder de geestelijkheid verdeelde
C
Een stelsel waarbij een leenman zijn land aan een leenheer uitleende
D
Een stelsel waarbij een koning zijn land uitleende aan zijn leenmannen

Slide 3 - Quiz

Waarom wilde Karel de Grote graag keizer zijn?

Slide 4 - Open question

Jodendom
Christendom
Islam

Slide 5 - Drag question

Islam 
Christendom
Jodendom

Slide 6 - Drag question

Karel de Grote hielp de paus door monniken te beschermen met ridders. Waarom?
A
omdat de Paus , Karel had gekroond
B
omdat Karel en de Paus geliefden waren
C
omdat de paus en Karel gelijk zijn aan elkaar.
D
omdat christenen niet mogen vechten.

Slide 7 - Quiz

Tijdvak van de monniken en ridders duurde van...
A
500 v C - 400 n C
B
50 n C - 300 n C
C
500 n C - 1000 n C
D
500 n C - 1500 n C

Slide 8 - Quiz

Wat zijn edelen?

Slide 9 - Open question

Karel de Grote
Edelen
Ridders
Horigen
Graafschap
Hertogdrom

Slide 10 - Drag question

Wat zijn voorbeelden van geestelijken?
A
Horigen
B
Nonnen
C
Monniken
D
Ridders

Slide 11 - Quiz

Profeet betekent:

Slide 12 - Open question

Welk begrip past hierbij? (2 woorden)

Slide 13 - Open question

De islamitische jaartelling begint in
A
680
B
0
C
622
D
600

Slide 14 - Quiz

Na zijn dood werd Mohammed opgevolgd door een kalief.
Een Kalief is
A
een religieus leider
B
een militair leider
C
een politiek en religieus leider
D
een economisch en militair leider

Slide 15 - Quiz

Wat zijn de vijf zuilen van de islam?
(Je kunt meerdere antwoorden geven)

Slide 16 - Open question

Monotheïsme
Polytheïsme
1 god wordt aanbeden
meerdere goden worden aanbeden
Boeddhisme
Hindoeïsme
Jodendom
Islam

Slide 17 - Drag question

Het christendom is vanuit Europa over de hele wereld verspreid. Hoe kon dat
gebeuren?
A
Christelijke landen gaven geld aan andere landen als die christelijk werden.
B
Christenen hebben veel gebieden veroverd en christelijk gemaakt.
C
Christenen kregen vroeger veel meer kinderen dan mensen met andere religies.
D
Veel mensen over de hele wereld hebben uit zichzelf zich tot het christendom bekeerd.

Slide 18 - Quiz

Bij welke religie hoort deze afbeelding?

Slide 19 - Open question

of
Feit
Mening

Slide 20 - Drag question

Roken is ongezond
Roken stinkt
Roken is slecht voor je omdat je er een stinkende adem van krijgt
Mening
Feit
Argument

Slide 21 - Drag question

Wat is een norm?
A
Mensen houden van tradities
B
Je moet een hand geven bij een begroeting
C
Vrijheid van meningsuiting
D
Ik wil liever geld verdienen dan de ware liefde vinden

Slide 22 - Quiz

Nederlands
(Cultuur)
Nederlands
(Invloed, niet onze cultuur)

Slide 23 - Drag question

Eten...
Nederlandse cultuur 
Turkse cultuur 
Indonesische cultuur 
Surinaamse cultuur 
Japanse cultuur 
Engelse cultuur 

Slide 24 - Drag question

Feit of mening?
Corona is verzonnen door de regering om onze vrijheid te beperken
Het dragen van mondkapjes tegen de verspreiing van Corona helpen niet
Feit
Mening
Feit
Mening

Slide 25 - Drag question