Mens en gezondheid hoofdstuk 1.

Mens en gezondheid
Beroepen binnen zorg en welzijn.

1 / 21
next
Slide 1: Slide
Zorg en WelzijnMiddelbare schoolvmbo bLeerjaar 3

This lesson contains 21 slides, with interactive quizzes, text slides and 3 videos.

Items in this lesson

Mens en gezondheid
Beroepen binnen zorg en welzijn.

Slide 1 - Slide

Doelen:
De leerling kan online inloggen in de methode.
De leerling weet hoe deze methode wordt getoetst.
De leerling weet welke beroepen horen bij het vak zorg&welzijn.

Slide 2 - Slide

Doelen:
De leerling weet wat leefstijl is.
De leerling weet wat een voedingspatroon is.
De leerling weet wat een bewegingspatroon is.
De leerling weet wat een vacature is.

Slide 3 - Slide

Online inloggen:
Ga naar: Uitgeversgroep
Inloggen met je schoolemail.
Wachtwoord aanmaken.
Licentiecode van het boek invoeren.

Slide 4 - Slide

Nodig voor de les:
Lesboek: mens en gezondheid (ligt op school).
Pen.
Opgeladen Chromebook.

Slide 5 - Slide

Wat doe je tijdens de les:
Werken in het lesboek.
Theorieopdrachten maken in het boek.
Praktijkopdrachten alleen/groepjes.

Slide 6 - Slide

Toetsen:
Theorie toets (PTA).
2 Praktijktoetsen (PTA).
Deze cijfers tellen mee voor het examen.



Slide 7 - Slide

Slide 8 - Video

Beroepenspel:
Kaartje pakken.
Op voorhoofd plakken.
Vragen aan leerlingen stellen.
Leerlingen antwoorden met ja/nee.

Slide 9 - Slide

Opdracht:
Lezen blz. 112.
Maken opdracht 1.01 blz. 113.

Slide 10 - Slide

Slide 11 - Video

Uitleg lesstof:
Leefstijl.
Bewegingspatroon.
Voedingspatroon.
Conditie.

Slide 12 - Slide

Slide 13 - Video

Opdracht:
Lezen blz. 114, 115, 116.
Maken opdrachten 1.03, 1.04, 1.05 en 1.09 (blz. 115 t/m 121).
Opdrachten kort bespreken.

Slide 14 - Slide

Wat hoort niet bij een gezonde leefstijl
A
Groente en fruit eten
B
Roken
C
Sporten
D
Voldoende slapen

Slide 15 - Quiz

Een voorbeeld van een bewegingspatroon is
A
De manier waarop je loopt
B
Of je meestal op de fiets naar school gaat of met de bus

Slide 16 - Quiz

Wat is een vacature?

Slide 17 - Open question

Wat bedoelt men met een voedingspatroon?
A
De eetgewoonten van iemand.
B
Wat je op een dag mag eten.
C
Voeding dat je in de supermarkt kunt kopen.
D
Wat je op een dag moete eten volgens de voedingswijzer.

Slide 18 - Quiz

Wat betekent: de conditie
A
Hoe goed je bent
B
Hoe groot je bent
C
Hoe fit je bent
D
Hoeveel spieren je hebt

Slide 19 - Quiz

Opdracht in tweetallen:
Uitleg praktijkopdracht 1.1 en 1.2 blz. 20 t/m 25.
In tweetallen de opdrachten maken.

Slide 20 - Slide

Afsluiting:
Lesevaluatie.
Vooruitblik volgende les.
Huiswerk.

Slide 21 - Slide