This lesson contains 20 slides, with interactive quizzes and text slides.
Lesson duration is: 50 min
Items in this lesson
Hoofdstuk 9 Formules
Getal en ruimte 1 vmbo-th
Herhalen en oefenen
Slide 1 - Slide
Planning van deze les
Online quiz maken
Zelfstandig of klassikaal opdrachten maken
Slide 2 - Slide
Zit er wel of geen regelmaat in deze tabel?
A
Wel
B
Geen
Slide 3 - Quiz
Welk regelmaat zie je in de tabel?
Slide 4 - Open question
Waar vind je het begingetal in een tabel?
A
Onder het cijfer 1
B
Onder het cijfer 0
C
Kun je niet terug vinden in een tabel
Slide 5 - Quiz
Het bedrijf Glazenwasser berekent de kosten met de formule Kosten (€) = 50 + 30t. Hierin is t de tijd in uren. Wat is het begingetal en het stijggetal?
A
Begingetal is 0 en stijggetal is 30
B
Begingetal is 30 en stijggetal is 50
C
Begingetal is 50 en stijggetal is 30
D
Begingetal is 30 en stijggetal is ook 30
Slide 6 - Quiz
Leana berekent haar inkomsten met de formule inkomsten (€) = 12 + 3t. Hierin is t de tijd in uren. Hoeveel inkomsten heeft Leana als ze 8 uur werkt?
Slide 7 - Open question
Een grafiek bij een tabel met regelmaat is altijd een...
A
Rechte lijn
B
Kromme lijn
Slide 8 - Quiz
Bij het zwembad Sloterparkbad geldt in de zomer de formule prijs (€) = 25 + 2,50b voor een zwemabonnement. In de winter wordt het vaste bedrag verhoogd met €10 en de prijs per bezoek verlaagd met €1,25. Wat wordt de formule voor in de winter?
Slide 9 - Open question
Welke woorden of getallen zijn de variabelen van de volgende formule Kosten (€)= 2,50 + 0,25 x aantal foto's?
A
Kosten (€)
B
0,25
C
aantal foto's
D
2,50
Slide 10 - Quiz
Welke van de variabelen van de formule Kosten (€)= 2,50 + 0,25 x aantal foto's komt bij de verticale as te staan van een grafiek?
A
Kosten (€)
B
aantal foto's
Slide 11 - Quiz
Welke van de variabelen van de formule Kosten (€)= 2,50 + 0,25 x aantal foto's komt bij de horizontale as te staan van een grafiek?
A
Kosten (€)
B
Aantal foto's
Slide 12 - Quiz
Wat is het begingetal in de grafiek?
A
15
B
0
C
1
D
40
Slide 13 - Quiz
Bereken het daalgetal van de grafiek.
Slide 14 - Open question
Sleep de juiste grafiek naar de juiste formule.
Inhoud (liters) = 60 - 10t
Afstand (km)= 400 + 400t
Gewicht (kg) = 2 + 1,25t
Slide 15 - Drag question
Waar begint de formule mee die bij een tabel hoort?
A
De variable onder in de tabel
B
De variable boven in de tabel
Slide 16 - Quiz
De variable boven in de tabel staat ... in de bijbehorende formule.
A
Voor het = teken
B
Na het = teken
C
Naast het stijg- of daalgetal
Slide 17 - Quiz
Bij de huurprijs van een vrachtwagen hoort de tabel hiernaast. In de tabel is a de afstand in kilometers. Maak de formule bij de tabel.