Les 6 ma 18 jan deel 2 Licht het oog BB4 en KB4

Je ooglens kun je in verschillende sterktes bollen, accommoderen
1 / 25
next
Slide 1: Slide
NatuurkundeMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 4

This lesson contains 25 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 30 min

Items in this lesson

Je ooglens kun je in verschillende sterktes bollen, accommoderen

Slide 1 - Slide

Wat is de formule voor druk in woorden?
A
Druk = kracht/ oppervlakte
B
Druk = oppervlakte / kracht
C
Druk = kracht x oppervlakte
D
Druk = oppervlakte x kracht

Slide 2 - Quiz

Bereken de druk van een dame van 70 kg die op naaldhakken loopt en met 1 hak op de grond staat. De naaldhak heeft een oppervlakte van 1 cm2
A
700 N/m2
B
7000000 N/m2
C
0,0007 N/m2
D
7 N/m2

Slide 3 - Quiz

Bereken de druk van een dame van 70 kg die op naaldhakken loopt en met 1 hak op de grond staat. De naaldhak heeft een oppervlakte van 1 cm2 (1cm2 = 1:1000 m2)
A
700N: 1 cm2=700 N/m2
B
700N: 0,01m : 0,01m = 7000.000 N/m2
C
70 kg : 0,0001m2= 700.000 N/m2

Slide 4 - Quiz

Oefenen met tekenen van een beeld gemaakt met een positieve lens

Slide 5 - Slide

Werking oog

Slide 6 - Slide

Het oog

Slide 7 - Slide

Via welk onderdeel van je oog komt het licht in je oog?
A
Iris
B
Pupil
C
Oogwit

Slide 8 - Quiz

Wat is accommoderen?
A
Regelen van de hoeveelheid licht dat in het oog mag komen.
B
Scherpstellen van het oog door de bolling van de ooglens te veranderen.

Slide 9 - Quiz

'Oog'lenzen
deel 2

Slide 10 - Slide

Werking van je oog

Slide 11 - Slide

Een oog in doorsnede
De beeldvorming in het oog

Slide 12 - Slide

Werking van het oog

Slide 13 - Slide

Bijziend, kan goed dichtbij zien (holle lens, -)
(valt voor netvlies dus bijziend)

Slide 14 - Slide

Bijziend

Slide 15 - Slide

Bijziend
  • De ooglens is buigt licht te sterk (de lens is te bol). Het beeld valt voor het netvlies.
  • Hierdoor kan je voorwerpen in de verte slecht zien
  • Je hebt een negatieve lens nodig

Slide 16 - Slide

Hiernaast zie je het oog van iemand die
A
bijziend is.
B
verziend is.
C
blind is.
D
oudziend is.

Slide 17 - Quiz

Verziend, kan goed ver zien
(valt achter het netvlies, dus verziend)

Slide 18 - Slide

Verziend

Slide 19 - Slide

Verziend
  • De ooglens is te zwak om het licht sterk te buigen. Is niet bol genoeg. Het beeld valt achter het oog
  • Je kan voorwerpen vlakbij slecht zien
  • Je hebt een positieve lens nodig

Slide 20 - Slide

Is de persoon die deze bril nodig heeft verziend of bijziend?
A
verziend kan goed in de verte scherp zien
B
bijziend kan goed dichtbij scherp zien

Slide 21 - Quiz

Holle en Bolle lenzen
Een bolle lens zorgt ervoor dat je beter kan zien wanneer je verziend bent.

Een holle lens zorgt ervoor dat je beter kan zien als je bijziend bent.

Slide 22 - Slide

Hiernaast zie je het oog van iemand die...

(tip: valt voor netvlies..)
A
bijziend is.
B
verziend is.

Slide 23 - Quiz

Iemand die bijziend is...
A
Kan goed dichtbij kijken
B
Kan goed in de verte zien

Slide 24 - Quiz

Wat kan iemand die verziend is goed?

Slide 25 - Open question