NED04 A1/A2

• NT2
• MBO
• Studiejaar 1,2

Fijn dat je er bent! 

Welke emoji past vandaag bij jou?

Welkom Akke!

1. Vorige les/ Terugblik?

In de vorige les hebben wij gewerkt aan? 

• luister + kijkvaardigheid met het nieuws
• resultaten van jullie beoordeling besproken
• gesprekjes gevoerd over ..?

Lesprogramma vandaag:

1. Terugblik
2. Nieuws in makkelijke taal
3. Lopend dictee (A1 thema 5/ A2 thema 1)
4. Spreekvaardigheid kleding
   
5. Bespreken thematoetsen
6. Reflectie
   
7. Vooruitblik

Lesdoelen:

Na deze les:

• kan ik de betekenis van twee nieuwe woorden over het nieuws uitleggen
• heb ik mijn luisteren + spreken + schrijven verbeterd
• begrijp ik een nieuwsitem

2. Nieuws in makkelijke taal

Welk onderwerp kiest de klas? Stemmen:

• Vaccinaties tegen kinderziektes
• Poetin wint de verkiezingen
• Meisje vertelt over de oorlog in Gaza

Iedereen oké?

Nut: 

• Vraag eerst de studenten of ze een idee hebben wat het nut is
• Soms wil je alleen weten of  je aan de achterkant van het pand je vracht  kunt lossen? 

Vragen om duidelijkheid te krijgen

2. leerdoel- ik begrijp het nieuws

1. Voorspellen (werkblad)
2. Kijken/ luisteren 
3. Moeilijke woorden?
4. Alle antwoorden gevonden? 
   
5. Opnieuw kijken
6. Nog 1 x kijken
7. In 1 of 2 zinnen: waarover gaat dit item?

3. Lopend dictee

Doel:

• Spreekvaardigheid + Luistervaardigheid + schrijfvaardigheid verbeteren
• Samenwerken in duo's
• Spellingsregels toepassen
• Samen dictee controleren

Het doel van deze vragen = school en docent leren  wat jullie belangrijk vinden en maken de opleiding/ lessen beter

3. Lopend dictee

Kiezen: A1 of A2

Wat: Je schrijft zinnen op van thema 5/1

Hoe? Samen met een medecursist 

Hulp? Cursist A en B helpen elkaar

Resultaat? A + B schrijven samen een dictee

Klaar? Ga door met de zinnen van het andere                                                                                   dictee

Het doel van deze vragen = school en docent leren  wat jullie belangrijk vinden en maken de opleiding/ lessen beter

Voorbeeld zin 1. 

1. Cursist A loopt naar de gang en leest de zin.
2. Cursist A loopt naar cursist B en spreekt de zin uit.
3. Cursist B schrijft de zin op.
4. A + B controleren de spelling samen. 
5. Je mag nog een keer extra naar de gang lopen.

Na 2 zinnen: wisselen van schrijver

Dus... Eerlijke antwoorden zijn belangrijk!

3. Controleren antwoorden

Ruil het dictee met een ander duo

Controleer het dictee en maak verbeteringen:

• hoofdletters
• punten
• geen woorden vergeten
• spelling

Geef het dictee terug en bekijk de verbeteringen

Het doel van deze vragen = school en docent leren  wat jullie belangrijk vinden en maken de opleiding/ lessen beter

Ruil je werkblad met een ander duo

Controleer de antwoorden

3. Controleren antwoorden

Het doel van deze vragen = school en docent leren  wat jullie belangrijk vinden en maken de opleiding/ lessen beter

A2

1. Ga je vaak met de auto naar je werk?

2. We betalen de huur iedere maand op tijd.

3. Mijn zoon heeft een nieuwe vriendin.

4. Kim gaat morgen naar een nieuwe school.

5. Gaat hij met jou op vakantie?

6. Jan leent vaak geld van zijn vrienden.

7. Hij is volgende week vrij.

8. Lara zet haar auto voor de deur.

A1 

1. Jan moet naar de dokter.

2. Hij is nu negen dagen ziek

3. Wat is het probleem?

4. Ik heb last van mijn buik.

5. U heeft medicijnen nodig.

6. Hij haalt ze bij de apotheek

7. Wij krijgen een andere huisarts.

8. Mijn oma ligt in het ziekenhuis.

9. Ik ga soms naar mijn opa.

10. Ik heb last van mijn nek.

Ruil je werkblad met een ander duo

Controleer de antwoorden

Pauze

Pauze 

4. Spreekvaardigheid A1/ A2

Vragen beantwoorden over kleding kopen.

1. Je kiest een vakje
2. Lees de vraag voor
3. Beantwoord de vraag in hele zinnen

(lezen, uitspraak, grammatica, vragen beantwoorden)

wordwall.net

5. Taalcompleet

1. Bespreken thematoetsen
2. Waar wil je nog extra uitleg over?
3. Heb je nog vragen over het thema?
   
4. Wat wil je nog oefenen?

Nieuw huiswerkdoel : Wat is je doel voor de volgende les?

Lesdoelen:

Na deze les:

• kan ik de betekenis van twee nieuwe woorden over het nieuws uitleggen
• heb ik mijn luisteren + spreken + schrijven verbeterd
• begrijp ik een nieuwsitem

6 Reflectie:

Beantwoord vraag 1 of 2 of 3:

1. Hoe heb jij vandaag geleerd?
2. Stel 1 vraag over deze les  
3. Vertel een nieuw woord + betekenis 

7. Sluiting en vooruitblik:

Volgende week? 

Uitleg over?

Heb je jezelf een huiswerk doel gesteld?

4. Reserve activiteit

1. Schrijf bij elk nummer woorden die je kent
2. Wat is hetzelfde op de 4 foto's?
   
3. Wat is verschillend?
4. Waarom hoort 1 er niet bij? Etc.

1

2

3

4

 Reserve activiteit

1. Maak ieder 2 zinnen waarbij je de woorden op het  bord gebruikt (meervoud/ vorm van werkwoord)
2. de zinnen in de verleden tijd
3. Kun je voegwoorden gebruiken?
   

woordle.org