This lesson contains 23 slides, with interactive quizzes and text slides.
Lesson duration is: 50 min
Items in this lesson
H4 kracht en beweging
4,1 Welke krachten zijn er?
Slide 1 - Slide
4.1 Kracht en soorten bewegingen : lesdoelen
Aan het einde van deze paragraaf...
afstanden en snelheden uit (v,t)- en (s,t)-diagrammen halen;
rekenen met de formule: s = v gem × t;
een resulterende kracht berekenen bij meerdere krachten langs een lijn;
aan de hand van resulterende kracht of een (v,t)-diagram nagaan of er een versnelling of vertraging is.
Slide 2 - Slide
Weet je het nog? De gemiddelde snelheid bereken je door?
A
de tijd te delen door de afstand
B
de afstand te delen door de tijd
C
de tijd te vermenigvuldigen met de afstand
D
de afstand te vermenigvuldigen met de tijd
Slide 3 - Quiz
Gemiddelde snelheid
vgem=ts
Slide 4 - Slide
Afstand, snelheid en tijd
v
meter per seconde
kilometer per uur
meter
seconde
uur
s
h
m/s
km/h
s
afstand
tijd
Slide 5 - Slide
Snelheid omrekenen
Slide 6 - Slide
vgem=ts
vgem = 48 km/h
t = 12 min =
Een giraffe rent met een gemiddelde snelheid van 48 km/h. Bereken de afstand die de giraffe in 12 minuten aflegt.
48=......hs(km)
s =
............. h
........... km
0,12
0,2
5,76
9,6
Slide 7 - Drag question
Motorkracht
Wrijvingskracht
Zwaartekracht
Slide 8 - Drag question
wat is hier de resulterende kracht?
A
25 N
B
100 N
C
125 N
D
225 N
Slide 9 - Quiz
Resulterende kracht
Slide 10 - Slide
Resulterende kracht
Slide 11 - Slide
Resulterende kracht
Slide 12 - Slide
Als twee krachten elkaar opheffen is de resulterende kracht Fres =0 en
is het voorwerp in rust of beweegt het met constante snelheid
Slide 13 - Slide
Slide 14 - Slide
wat voor soort beweging zie je hier?
A
een eenparige versnelling
B
een constante snelheid
C
een eenparige vertraging
Slide 15 - Quiz
constante beweging
(s,t)-diagram
(v,t)-diagram
Slide 16 - Slide
Versnelde beweging
(s,t)-diagram
(v,t)-diagram
Slide 17 - Slide
Vertraagde beweging
(s,t)-diagram
(v,t)-diagram
Slide 18 - Slide
Slide 19 - Slide
De oppervlakte onder de grafiek = de afstand
Slide 20 - Slide
... m
... m
10 m
25 m
50 m
100 m
75 m
150 m
Slide 21 - Drag question
Aan de slag
§4.1
opgave 1 t/m 10
nakijken 4.1
voorbereiden 4.2
timer
10:00
Slide 22 - Slide
Stelling: de snelheid van een vallend object neemt recht evenredig toe met de hoogte.
Je gaat een object (tennis-, stuiterbal of een ballon) van tenminste 5 verschillende hoogtes laten vallen. Dit voer je uit in twee- of drietallen. Elke meting voer je uit in triplo (in drievoud). Bereken de gemiddelde snelheid met je metingen.
1. Noteer je resultaten in een tabel en een grafiek.
2. Wat kan je zeggen over de resulterende kracht tijdens de val?