19 maart Quiz verhaaltjessommen (extra werk)

Om een konijnenhok te maken gebruikt vader
10 grote en 8 kleine schroeven.
Hoeveel schroeven heeft hij gebruikt?
A
10 schroeven
B
18 schroeven
C
8 schroeven
D
20 schroeven
1 / 10
next
Slide 1: Quiz
RekenenBasisschoolGroep 3

This lesson contains 10 slides, with interactive quizzes.

Items in this lesson

Om een konijnenhok te maken gebruikt vader
10 grote en 8 kleine schroeven.
Hoeveel schroeven heeft hij gebruikt?
A
10 schroeven
B
18 schroeven
C
8 schroeven
D
20 schroeven

Slide 1 - Quiz

6 kinderen uit groep 2 gaan naar een kinderboerderij.
De juf gaat ook mee en nog 3 moeders.
Met hoeveel zijn ze?
A
10
B
15
C
7
D
9

Slide 2 - Quiz

In een trein zitten 10 mensen.
Er stappen eerst 4 mensen uit en daarna stappen er nog 2 mensen uit.
Hoeveel mensen zitten dan nog in de trein?
A
o mensen
B
2 mensen
C
4 mensen
D
10 mensen

Slide 3 - Quiz

Boris heeft een fiets met 15 versnellingen.
Suus heeft er 6 minder.
Hoeveel versnellingen heeft zij?
A
8
B
9
C
10
D
2

Slide 4 - Quiz

Robin heeft 29 pennen.
2 volle doosjes van 10 pennen en dan nog ....... losse pennen
Hoeveel losse pennen heeft hij?
A
29
B
20
C
1
D
9

Slide 5 - Quiz

Pien koopt een jurkje van 12 euro en een een riem van 6 euro.
Hoeveel moet ze betalen?
A
18
B
17
C
12
D
10

Slide 6 - Quiz

Een kaarsje kost 3 euro.
Roos koopt er 2.
Hoeveel moet ze betalen?
A
6 euro
B
2 euro
C
5 euro
D
10 euro

Slide 7 - Quiz

De boer heeft 12 dieren:
Koeien en varkens. Hij heeft 8 koeien. Hoeveel varkens heeft hij?

A
2 varkens
B
4 varkens
C
9 varkens
D
7 varkens

Slide 8 - Quiz

Tobias heeft 20 euro.
Hij koopt een puzzel voor 18 euro.
Hoeveel euro houdt hij over?
A
1 euro
B
3 euro
C
2 euro
D
4 euro

Slide 9 - Quiz

In een asiel zijn 12 konijnen.
Er komen nog 6 konijnen bij.
Hoeveel zijn er nu?
A
3
B
6
C
13
D
18

Slide 10 - Quiz