Voorbeeld Voorraadbeheer 2

1 / 37
next
Slide 1: Slide
VerzorgendeMBOStudiejaar 1

This lesson contains 37 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

Items in this lesson

Slide 1 - Slide

Hoofdstuk 1
Basiskennis voorraadbeheer


Slide 2 - Slide

Hoofdstuk 1
Basiskennis voorraadbeheer

1.4 Veiligheidsvoorraad, cyclusvoorraad en vraagvoorspelling


Slide 3 - Slide

Hoofdstuk 1
Basiskennis voorraadbeheer

Even terugkijken op vorige week:

Slide 4 - Slide

Hoofdstuk 1
Terugblik vorige week:
  • Eigen ervaring met voorraad
  • Waarom voorraad
  • Te veel voorraad
  • Te weinig voorraad
  • fifo
  • lifo
  • Just in time




Slide 5 - Slide

Slide 6 - Slide

Slide 7 - Slide

Doel van deze les:
Je leert deze les om je voorraad op een ideaal peil te houden.

Slide 8 - Slide

Hoe ziet een ideale voorraad er uit?

Slide 9 - Open question

Cyclusvoorraad
De voorraad die je normaal gesproken in een periode verkoopt of verbruikt.

Slide 10 - Slide

Veiligheidsvoorraad
De extra voorraad die je moet hebben om aan extra vraag te kunnen voldoen

Slide 11 - Slide

Vraagvoorspelling
Op basis van het verleden kun je voorspellen wat je de komende tijd nodig hebt

Slide 12 - Slide

Cyclus
voorraad
Veiligheids
voorraad
Extra voorraad
Normale Voorraad

Slide 13 - Drag question

Slide 14 - Slide

Een voorbeeld:
Normaal verkoopt een ijscokar 100 ijsjes per dag.
De cyclusvoorraad is dan 100.

Slide 15 - Slide

Een voorbeeld:
Maar omdat het deze week 35 graden wordt, denkt de ijscoboer dat hij 200 ijsjes per dag gaat verkopen.
Dit weet de ijscoboer want dat is altijd zo als het 35 graden wordt.

Slide 16 - Slide

Een voorbeeld:
Cyclusvoorraad = 100
Veiligheidsvoorraad = 100
Vraagvoorspelling = 200

Slide 17 - Slide

Een voorbeeld:
Deze ijscoboer kan 1x per week bestellen.
Wat zal deze man bestellen bij een temperatuur van 35 graden

Slide 18 - Slide

De ijscoboer besteld ......
A
200 ijsjes
B
500 ijsjes
C
1400 ijsjes
D
700 ijsjes

Slide 19 - Quiz

Een voorbeeld:
Maar de groothandel waar deze ijscoboer bij besteld is 2 dagen dicht. Hij moet dus voor 2 extra dagen inkopen.

Slide 20 - Slide

Hoeveel ijsjes zal de ijscoboer bestellen?
A
900 ijsjes
B
1800 ijsjes
C
200 ijsjes
D
400 ijsjes

Slide 21 - Quiz

Maak opdracht 5

Slide 22 - Slide

Maak opdracht 6

Slide 23 - Slide

noem een voorbeeld van veilige voorraad bij je stagebedrijf

Slide 24 - Mind map

WMS (Warehouse management system)
Computerprogramma om te zorgen dat je voorraad op een ideaal peil blijft.
Stel, je werkt in een supermarkt. Je verkoopt potjes pindakaas. Er zitten 12 potjes pindakaas in een doos (colli). Je kunt elke dag bestellen.
Zodra er 12 potjes verkocht zijn via de kassa, weet de computer dat er weer 1 nieuwe colli pindakaas besteld moet worden. Daar hoef je zelf niets voor te doen.
Lekker makkelijk hé?

Slide 25 - Slide

WMS (Warehouse management system)
Begrippen die horen bij een WMS systeem
  • Barcode (streepjescode)
  • Artikelnummer( eigen nummer)
  • Uitgifte eenheid (colli)
  • Locatie (waar ligt het artikel in het magazijn
  • Levertijd (hoeveel dagen voordat het binnenkomt)
  • Minimumvoorraad (denk aan cyclusvoorraad)
  • Maximumvoorraad (denk aan veiligheidsvoorraad)

Slide 26 - Slide

Slide 27 - Video

Bestel frequentie

Slide 28 - Slide

Waar hangt een
bestelfrequentie vanaf?

Slide 29 - Mind map

Bestelfrequentie
Afhankelijk van:
Ruimte
Levensduur
Wordt het veel gebruikt?
Leveringstermijn
Bestelkosten per bestelling

Slide 30 - Slide

Ad hoc
Bestellen

Slide 31 - Slide

Wat is ad hoc bestellen?

Slide 32 - Open question

Ad hoc bestellen
Als je buiten je normale bestellingen om producten bijbesteld.
Bijvoorbeeld: Je koffiemelk is op en je gaat snel even naar de winkel om een pakje te halen.

Slide 33 - Slide

Waarom is ad hoc bestellen duurden dan wekelijks bestellen?

Slide 34 - Mind map

Omloop
snelheid:
Het gemiddelde aantal dagen dat een product op voorraad ligt.

Slide 35 - Slide

Omloopsnelheid
Maak opdracht 8
Maak opdracht 9
Maak opdracht 10

Slide 36 - Slide

Slide 37 - Slide