Herhaling aanw vnw

Herhaling
aanwijzende voornaamwoorden in het Latijn
1 / 15
next
Slide 1: Slide
LatijnMiddelbare schoolvwoLeerjaar 3

This lesson contains 15 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

Herhaling
aanwijzende voornaamwoorden in het Latijn

Slide 1 - Slide

Deze, dit: dichtbij

Slide 2 - Slide

Die, dat: ver weg

Slide 3 - Slide

iste: die, dat (daar bij jou)

Slide 4 - Slide

feminam
A
illum
B
illam
C
illa
D
hunc

Slide 5 - Quiz

rem publicam
A
huius
B
huic
C
hanc
D
hunc

Slide 6 - Quiz

virgini
A
illi
B
illa
C
illo
D
illae

Slide 7 - Quiz

amici
A
huius
B
huic
C
hos
D
his

Slide 8 - Quiz

civitate
A
haec
B
hae
C
hanc
D
hac

Slide 9 - Quiz

Filias harum feminarum in urbe video.

Slide 10 - Open question

zelfstandig ook gebruikt
video hos homines in urbe= ik zie deze mensen in de stad
Video hunc in urbe = ik zie deze/hem in de stad.
Video liberos huius in urbe = ik zie de kinderen van deze/van hem/van haar in de stad

Slide 11 - Slide

isti in urbe hac vivunt.
A
dezen/zij daar wonen in deze stad.
B
dezen/zij daar wonen in de stad.
C
dezen/zij daar wonen in die stad
D
zij wonen in de stad.

Slide 12 - Quiz

illa flumina transeunt.
A
zij steken de rivieren over.
B
zij steken die rivieren over.
C
zij steekt de rivieren over.
D
zij steken de rivieren over.

Slide 13 - Quiz

haec videmus.
A
deze zien dit.
B
wij zien hen.
C
wij zien deze dingen.
D
zij zien ons.

Slide 14 - Quiz

Vertaal: hi illis dona ferunt.

Slide 15 - Open question