Jullie krijgen leestekst 2, 3 en 4 op papier:
1. Lees tekst 3 oriënterend. Waar gaat de tekst over? Let op: je geeft het onderwerp weer in 1-3 woord(en).
2. Markeer van iedere alinea de belangrijkste zin.
3. Maak opdracht 2 uit je boek. Schrijf je antwoorden in je schrift.
4. Doe nu hetzelfde met leestekst 4 en maak daarna opdracht 4 uit je boek.