Schrijven - Spellingscontrole OR

Schrijven - Spellingscontrole
Lesdoel: Je kunt veelvoorkomende (taal)fouten in een tekst benoemen.
&
Je kunt spellingscontrole in Word gebruiken.
1 / 13
next
Slide 1: Slide
NederlandsMBOStudiejaar 1

This lesson contains 13 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 60 min

Items in this lesson

Schrijven - Spellingscontrole
Lesdoel: Je kunt veelvoorkomende (taal)fouten in een tekst benoemen.
&
Je kunt spellingscontrole in Word gebruiken.

Slide 1 - Slide

This item has no instructions

Agenda

- Schrijftoets bespreken / oefenen via LessonUp
- Uitleg spellingscontrole
- Oefening: schrijftoets verbeteren
- Zelfstandig werken Nu Nederlands

Slide 2 - Slide

This item has no instructions

Noem één verbeterpunt

Slide 3 - Mind map

This item has no instructions

Ik koos voor deze opleiding omdat het me leuk lijkt.
A
Goed
B
Fout

Slide 4 - Quiz

This item has no instructions

Je (worden) opgeleid.

Slide 5 - Open question

This item has no instructions

Slide 6 - Slide

This item has no instructions

Ik vind dat de opleiding Ondernemer retail bij mij past.
Schrijf de zin opnieuw, maar begin niet met 'ik'.

Slide 7 - Open question

This item has no instructions

Uitleg spellingscontrole

Slide 8 - Slide

This item has no instructions

Opdracht
1.  Je leest de tekst. Met een pen verbeter je de taalfouten. Je hebt hier vijf minuten voor. Je mag overleggen met degene naast je.

2. Schrijf het aantal gevonden taalfouten op de uitgedeelde tekst.
3. We bespreken het klassikaal na.

Slide 9 - Slide

This item has no instructions

Opdracht (1)
1. Je leest de tekst. Met een pen verbeter je de taalfouten. Je hebt hier vijf minuten voor. Je mag overleggen met degene naast je.


timer
5:00

Slide 10 - Slide

This item has no instructions

Opdracht (2)
2. Schrijf het aantal gevonden taalfouten op de uitgedeelde tekst.

Slide 11 - Slide

This item has no instructions

Opdracht (3)
3. We bespreken het klassikaal na.

Slide 12 - Slide

This item has no instructions

Werk aan:

- Paragraaf 1.1, 1.2 en 1.3 van Woordenschat (als je dit nog niet afhebt).
- Paragraaf 4.1 van Schrijven.

Volgende week hebben jullie een toets van deze paragrafen.

Slide 13 - Slide

Studiewijzer