lesplan klas B1C donderdag 7 maart

• Frans
• Middelbare school
• havo
• Leerjaar 1

Donderdag 7 maart B1C

Benodigdheden:

Boek A, hoofdstuk 3

laptop

Donderdag 7 maart B1C

Benodigdheden:

Boek A, hoofdstuk 3

laptop

Lesplan

Dit ga je doen:

• maken les B vanaf blz 106
• Oefenen met klokkijken in deze lessonUp
• Slim Stampen woorden B hoofdstuk 3

Start

Pak je werkboek, blz 106

Je gaat een tekst lezen over naar school gaan in Franstalige landen in de wereld.

Op de volgende slide staat welke opdrachten je maakt.

Werkboek blz. 106

• opdr. 9: bekijk de wereldkaart op blz. 106. Waar liggen deze landen? Lees de opdracht.
• opdr. 10 (a,b,c) Lees de opdracht en daarna de tekst globaal en vul daarna de informatie over de kinderen aan. Geef bij 10c antwoord op de vragen.

• opdr 11: kies de betekenis van de woorden

Op de volgende sides ga je leren klokkijken. Lees de uitleg steeds goed. Je mag je boek nu sluiten.

Quelle heure est-il?

Quelle heure est-il = Hoe laat is het?

 Il est ...                        = Het is ...

Les heures - hele uren

il est une heure

il est deux heures (-s voor meervoud)

il est trois heures (-s voor meervoud)

etc.

Let op:       12:00 uur -> il est midi (= het midden van de dag)

                        0:00 uur -> il est minuit (=het midden van de nacht)

Hoe laat is het?
Il est quatre heures.

1. Het is drie uur.
2. Het is vijf uur.
3. Het is vier uur.
4. Het is zes uur.

Hoe laat is het?
Het is zes uur.

1. Il est cinq heure.
2. Il est six heures.
3. Il est cinq heures.
4. Il est six heure.

Hoe laat is het?

1. Il est dix heures.
2. Il est douze heures.
3. Il est deux heures.

Quelle heure est-il?

1. Il est douze heures.
2. Il est deux heures.
3. Il est midi heures.
4. Il est midi.

Les heures - half

Let op! Dit gaat anders dan in het Nederlands!

il est une heure  et demie = Het is één uur en een half (half twee)

il est deux heures et demie = Het is twee uur en een half (half drie)

il est trois heures et demie = Het is die uur en een half (half vier)

etc.

Il est midi et demi = Het is twaalf uur én een half 's middags (half één 's middags)

Il est minuit et demi = Het is twaalf uur én een half 's nachts (half één 's nachts)

Hoe laat is het?

1. Il est cinq heures et demie.
2. Il est six heures et demie.
3. Il est sept heures et demie.
4. Il est huit heures et demie.

Quelle heure est-il?

1. Il est onze heures et demie.
2. Il est neuf heures et demie.
3. Il est six heures et demie.
4. Il est dix heures et demie.

Quelle heure est-il?

1. Il est minuit et demi.
2. Il est douze heures et demie.
3. Il est midi et demie.

Il est cinq heures et demie.

1. Het is half 5.
2. Het is 5 uur.
3. Het is kwart over 5.
4. Het is half 6.

Les heures - kwart over

il est une heure  et quart

il est deux heures et quart

il est trois heures et quart

etc.

Les heures - kwart voor

il est une heure  moins le quart

il est deux heures moins le quart        

il est trois heures moins le quart

etc.

Hoe vertaal je:
kwart over ...

1. ... et quart
2. ... moins le quart

Hoe vertaal je:
kwart voor

1. et quart
2. moins le quart

Vertaal:
Il est huit heures et quart.

1. Het is 8 uur.
2. Het is 10 over 8.
3. Het is kwart over 8.
4. Het is kwart voor 8.

Vertaal:
Il est midi moins le quart.

1. Het is kwart over twaalf 's middags.
2. Het is kwart voor twaalf 's nachts.
3. Het is kwart voor twaalf 's middags.
4. Het is kwart over twaalf 's nachts.

Samengevat:

Om te zeggen hoe laat het is gebruik je: Il est .... heures.

Twaalf uur 's middags = midi

Twaalf uur 's nachts = minuit

Kwart over ... = Il est ... heures et quart

Half ... = Il est ... heures et demie

Kwart voor ... = Il est ... heures moins le quart

Il est midi.

1. Het is middag.
2. Het is 12 uur 's middags.
3. Het is tijd.
4. Het is 12 uur 's nachts.

Welke tijd is het vroegst?

1. sept heures dix
2. sept heures moins cinq
3. sept heures vingt
4. sept heures

Zet de tijden van vroeg naar laat:

(sleep blauw over rood)

deux heures moins dix

deux heures vingt

deux heures moins le quart

deux heures et demie

deux heures cinq

En dan nog wat vocabulaire ...

premier

le portable

pourquoi

aller

tomber

sympa

eerste

de mobiele telefoon

waarom

gaan

vallen

aardig

le français

l'histoire

le dessin

la biologie

les maths

l'anglais

Goed gedaan!

Je mag nu online Slim Stampen

woorden vocabulaire B van hoofdstuk 3