Begin je verhaal met een van deze twee zinnen:
‘Na vijf maanden kwam ik/hij/zij/het eindelijk uit het keukenkastje.’
Of
‘Na vijf maanden kwam ik/hij/zij/het eindelijk van de zolder.’
Eisen:
1 A4 in lettergrootte 11
Vrijdag a.s. inleveren
Je mag er zelf in voorkomen, maar je klasgenoten niet
Probeer zo lang mogelijk geheim te houden wat voor voorwerp je bent
Inspirerende vragen vooraf:
- Wat voor voorwerp ben je? - een tuinkabouter, een duikbril, Donald Trump, 'barstje', een voetbal, een pop...
- Hoe ben je in het kastje/op zolder gekomen? - bedenk dat verhaal, dat mag je ook beschrijven op het moment dat je de wijde wereld ingaat.