Week 5: SP/GV 10.1 -10.3 + 10.5 + Zorg 10.3 + examentraining

Week 5 Spreken/gesprekken voeren
Uitleg NU Engels:
10.1 -10.3 + 10.5 + Zorg 10.3

Aan het werk:
Oefenexamen spreken/gesprekken voeren/schrijven 
OF grammatica Past perfect OF lezen
1 / 35
next
Slide 1: Slide
EngelsMBOStudiejaar 1-3

This lesson contains 35 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

Week 5 Spreken/gesprekken voeren
Uitleg NU Engels:
10.1 -10.3 + 10.5 + Zorg 10.3

Aan het werk:
Oefenexamen spreken/gesprekken voeren/schrijven 
OF grammatica Past perfect OF lezen

Slide 1 - Slide

10.1 Talking about yourself
Je geeft informatie over jezelf en vraagt deze ook aan anderen.

Slide 2 - Slide

Informatie geven
Hallo, ik ben ...; ik ben de nieuwe stagiair(e).
Hello, I’m ...; I’m the new trainee/intern.
Ik werk op de afdeling verzekeringen.
I work in the insurance department.
Ik ben afgelopen week begonnen.
I started last week.
Ik ben tweedejaars student ICT.
I’m a second-year IT student.

Slide 3 - Slide

Hoe zeg je: Ik kom uit Nederland.

Slide 4 - Open question

Hoe zeg je: Ik leer voor agrarisch ondernemer.

Slide 5 - Open question

Hoe zeg je: Ik doe een mbo-opleiding.

Slide 6 - Open question

Hoe zeg je: In mijn vrije tijd doe ik aan judo en fitness.

Slide 7 - Open question

Informatie vragen
Wat voor werk doet u precies?
What kind of work do you do exactly?
Waar studeer je voor?
What are you studying?
Hoelang duurt je studie?
How long does your study take?
Welke opleiding heb je/heeft u gedaan?
What training have you had?

Slide 8 - Slide

Hoe zeg je: Op welke afdeling werkt u?

Slide 9 - Open question

Hoe zeg je: Hoelang werkt u hier al?

Slide 10 - Open question

Hoe zeg je: Hoeveel mensen werken er bij dit bedrijf?

Slide 11 - Open question

Informatie vragen
Heb je hiervoor nog ergens anders gewerkt?
Have you worked somewhere else before?
Mag ik je/u iets persoonlijks vragen?
May I ask you a personal question?
Wat doe je in je vrije tijd?
What do you do in your spare time?
Zullen we telefoonnummers uitwisselen?
Shall we exchange telephone numbers?

Slide 12 - Slide

10.2 Talking about what you are doing

Je vertelt over wat je aan het doen bent.

Slide 13 - Slide

Vertellen wat je aan het doen bent (en waarom)
Ik neem de bloeddruk van de patiënt op.
I’m taking the patient’s blood pressure.
Dat heb ik tijdens de praktijklessen op school geleerd.
I learnt that during practice at school.
Ik ben nog aan het leren hoe ik dit efficiënter kan doen.
I’m still learning how to do this more efficiently.
Ik vind dit leuk, omdat het nauwkeurig werk is.
I like it because it is precise work.

Slide 14 - Slide

Hoe zeg je: Ik wil graag leren hoe ik dit sneller kan doen.

Slide 15 - Open question

Vragen wat iemand aan het doen is (en waarom)
Kunt u me laten zien / leren hoe je dat doet?
Can you show/teach me how to do that?
Is er nog een andere manier om dit te doen?
Is there another way of doing it?
Waarom doet u dat zo?
Why are you doing it like that?
Ik heb het op een andere manier geleerd; zo.
I’ve learnt it a different way: like this.

Slide 16 - Slide

Hoe zeg je: Wat denkt u / denk jij? Welke manier is beter?

Slide 17 - Open question

10.3 Applying for a job
Je voert een eenvoudig sollicitatiegesprek.

Slide 18 - Slide

Vragen die je kunt verwachten
Waarom heb je op deze baan gesolliciteerd?
Why have you applied for this job?
Wat zijn je sterke/zwakke kanten?
What are your strengths/weaknesses?
Waarom zouden we jou aan moeten nemen?
Why should we hire you?
Ben je een teamspeler? Leg dat eens uit, alsjeblieft.
Are you a team player? Please explain.

Slide 19 - Slide

Welke vragen verwacht jij nog meer? (In het Engels)

Slide 20 - Open question

Mogelijke antwoorden
Ik heb gesolliciteerd, omdat ik graag bij een groot internationaal bedrijf wil werken.
I have applied because I would like to work for a large international company.
Mijn sterke kanten zijn ... en mijn zwakke kanten zijn ...
My strengths are ..., and my weaknesses are ...
U zou mij aan moeten nemen, omdat ik zeer gemotiveerd ben en ik denk dat ik veel kan bijdragen aan uw bedrijf.
You should hire me because I am highly motivated and I think I can contribute a lot to your company.

Slide 21 - Slide

Hoe zeg je: Ja, ik ben een teamspeler. Ik heb dat in mijn vorige baan aangetoond door ...

Slide 22 - Open question

10.5 Giving advice
Je geeft of vraagt advies en weegt opties tegen elkaar af.

Slide 23 - Slide

Advies vragen Informeel en direct:
Wat adviseer je mij te doen?
What do you advise me to do?
Wat zou je doen in mijn positie?
If you were me, what would you do?
Wat stel je voor?
What do you suggest?
Welke zou jij aanbevelen?
Which one would you recommend?

Slide 24 - Slide

Hoe zeg je: Hoe zou jij dit probleem aanpakken?

Slide 25 - Open question

Advies vragen Formeel en minder direct::
Pardon, kunt u mij helpen? Ik heb advies nodig.
Excuse me, I wonder if you could help me. I need some advice.
Ik vroeg me af of u mij advies zou kunnen geven.
I was wondering if you could give me some advice.
Wat zou u mij aanraden te doen?
What would you recommend me to do?
Ik wil graag ... kopen. Kunt u me advies geven?
I’d like to purchase ... Could you give me some advice?

Slide 26 - Slide

Hoe zeg je: Als u dit probleem zou moeten oplossen, hoe zou u het aanpakken?

Slide 27 - Open question

Advies geven informeel en direct::
Je zou moeten / zou eigenlijk moeten ...
You should / ought to ...
Ik adviseer je om ... / Ik stel voor ...
I advise you to ... / I suggest ...
Je kunt maar beter ...
You’d better ...
Als ik jou was, zou ik ...
If I were you I would ...

Slide 28 - Slide

Hoe zeg je: Ik zou je aanraden ... te kopen.

Slide 29 - Open question

Advies geven formeel en minder direct:
Als ik een voorstel zou mogen doen: ik zou ...
If I may make a suggestion, I would ...
Het is misschien en goed idee om ...
It might be a good idea to ...
Je zou kunnen overwegen ... aan te schaffen.
You might want to consider purchasing ...
In uw positie zou ik ...
If I were in your position I would ...

Slide 30 - Slide

Hoe zeg je: Zoals ik het zie, zou u misschien moeten ...

Slide 31 - Open question

Waar ga je zo mee bezig?
Oefeningen die bij de uitleg horen
Oefenexamen spreken/gesprekken voeren
Grammar
Lezen
Oefenen voor een ander examen

Slide 32 - Poll

Opdrachten
10.1: Ex. 1,3,4,5
10.2: Ex. 1,3,4,5
10.3: Ex. 1,3,4,5
10.5: Ex. 1,2,3,4,5
Extra verdieping:
10.1 t/m 10.3 + 10.5: Exam exercise
Zorg T/P 10.3 

Slide 33 - Slide

2e 30 min
Oefenexamen maken of Grammatica
Kies voor spreken/gesprekken voeren/schrijven
Oefen het examen en vraag je klasgenoten/docent om feedback

Grammatica:
Past perfect

Slide 34 - Slide

Voorbereiding volgende week:
Maak instaptoets H11 van NU Engels.

Slide 35 - Slide