This lesson contains 26 slides, with interactive quizzes and text slides.
Lesson duration is: 60 min
Items in this lesson
Welkom bij Nederlands
Slide 1 - Slide
Wat betekent aanleiding?
Slide 2 - Open question
Wat betekent argument?
Slide 3 - Open question
Wat betekent benadrukken?
Slide 4 - Open question
Wat betekent betwijfelen?
Slide 5 - Open question
Wat betekent bewering?
Slide 6 - Open question
Slide 7 - Slide
Slide 8 - Slide
Slide 9 - Slide
Slide 10 - Slide
Slide 11 - Slide
Het doel van een instructie is om jou te vertellen hoe je iets moet doen. Onder welk kopje staat een instructie?
A
1
B
2
C
3
D
4
Slide 12 - Quiz
Deze instructie bevat ...
A
Mogelijke stappen
B
Opeenvolgende stappen
C
Verplichte stappen
Slide 13 - Quiz
Bekijk de andere twee kopjes. Je kunt aan een signaalwoord herkennen wat er onder de kopjes staat. Onder de andere twee kopjes staan ...
A
Voorwaarden
B
Redenen
C
Oorzaken
D
Voorbeelden
Slide 14 - Quiz
Lees de vier punten die genoemd worden onder het kopje U krijgt geld terug indien:. Wanneer krijg je je geld terug?
A
Als je voldoet aan één van de genoemde punten
B
Als je voldoet aan alle genoemde punten
Slide 15 - Quiz
Stel, je hebt gereisd met een trein op een traject van Keolis. Je had een vertraging van een uur en hebt recht op een vergoeding van meer dan vijf euro. Krijg je je geld terug ...
A
als je alleen een kopie van je vervoersbewijs hebt
B
als je reis al twee maanden geleden was
C
Zowel A als B is juist
D
Zowel A als B is onjuist
Slide 16 - Quiz
Krijg je geld terug als de vertraging is veroorzaakt door ...
A
blikseminslag
B
een fout van de machinist
C
een stilstaande trein van NS
D
een situatie die vóór de reis op de website stond
Slide 17 - Quiz
Stel, je denkt dat je recht hebt op teruggave van je reiskosten door een vertraging. Je klikt op het contactformulier en krijgt de volgende keuzemogelijkheid. Wat klik je aan?
A
dienstregeling
B
vervoersbewijzen en ov-chipkaart
C
punctualiteit (op tijd rijden)
D
boete / bezwaarschrift
Slide 18 - Quiz
Bij de vraag naar het type van de aanvraag moet je kiezen voor restitutie. Wat zou restitutie betekenen?
A
klacht
B
terugbetaling
C
verzoek
D
vertraging
Slide 19 - Quiz
Bekijk het filmpje van Rijkswaterstaat. Marlous vertelt aan het begin welke vragen in dit filmpje worden beantwoord. Het antwoord op één van die vragen is een instructie. Welke vraag is dat?
Slide 20 - Open question
Hoe wordt de instructie in dit filmpje gegeven? Marlous vertelt wat je moet doen en ...
Slide 21 - Open question
Hoe wordt de instructie in dit filmpje gegeven? Marlous vertelt wat je moet doen en ...
A
de camera filmt de auto van buitenaf, zodat je ziet wat de bestuurder doet.
B
je kijkt mee door de ogen van een bestuurder die autopech heeft.
C
de gele sticker links in beeld herhaalt nog eens alle stappen.
Slide 22 - Quiz
Wat moet je als eerste doen als je met pech stil komt te staan in een tunnel?
A
veiligheidsvest aantrekken en de alarmlichten aanzetten
B
auto met alarmlichten rechts tegen tunnelwand zetten
C
auto op de vluchtstrook of in een pechhaven parkeren
Slide 23 - Quiz
Wat moet je doen voor je uitstapt?
Slide 24 - Open question
Hoe vraag je om hulp?
A
Je loopt naar een hulppost met een telefoon
B
Je belt Rijkswaterstaat met je eigen telefoon
C
Je geeft een stopteken aan een passerende auto
Slide 25 - Quiz
Als er een brandend voertuig in de tunnel staat, is evacueren belangrijk. Wat wordt bedoeld met ‘evacueren?