This lesson contains 10 slides, with interactive quiz and text slides.
Items in this lesson
Les 1 - literatuur
Na deze les:
Weet je wat we in periode 2 gaan doen
Kies je een leesboek uit
Heb je kennis gemaakt met beeldspraak
Weet je wat een vergelijking is
Weet je wat een personificatie is
Slide 1 - Slide
Slide 2 - Slide
Slide 3 - Slide
Boek kiezen
Deze periode kiezen we een boek, waar je tijdens de toets een beoordeling voor moet schrijven aan de hand van de begrippen die we deze periode kiezen. Je krijgt zo een lijstje te zien met de boeken en een linkje met waar ze over gaan. Je kiest zo welke je gaat lezen. Dit boek heb ik de volgende les voor jou bij me.
Slide 4 - Slide
Boek kiezen
Je krijgt zo de vraag welk boek je kiest, dus kijk hier goed naar!
Welk boek kies je? Let op: je moet dit boek dus gebruiken voor de toets van periode 2!
Optie 1: Match
Optie 2: 100 uur nacht
Optie 3: Zonder titel
Optie 4: Alles is weg
Optie 5: De jongen in de gestreepte pyjama
Optie 6: Iedereen krijgt klappen
Slide 6 - Poll
Beeldspraak: vergelijking en personificatie
- Bij beeldspraak gebruik je woorden in een figuurlijke betekenis. Je gebruikt dan een beeld om te zeggen wat je bedoelt. - Beeldspraak maakt een tekst mooier, duidelijker en krachtiger.
Slide 7 - Slide
Vergelijking
In een vergelijking zet je twee dingen naast elkaar die op elkaar lijken. Je noemt beeld en werkelijkheid: - De vijand kwam als een dief in de nacht - Hij ging er als een haas vandoor - Zij heeft een hart van goud - Zijn huid rood is als een kreeft
Slide 8 - Slide
Personificatie
Met een personificatie stel je een levenloos ding voor als een persoon:
- De zon streelde onze wangen.
- Het gevaar loerde op elke hoek van de
straat. - Schreeuwende kleuren.
- De kamer ademt rust uit.
Slide 9 - Slide
Huiswerk
In Teams of SOM vind je onder periode 2 een boekje waarin de theorie voor literatuur staat en een boekje waarin de opdrachten staan. Deze zijn per les aangegeven. Hiervan maak je: