HC Duitsland in Europa Paragraaf 1 Opkomst van het Derde Rijk (1918 - 1945)

Opkomst van het Derde Rijk (1918-1945)
1 / 46
next
Slide 1: Slide
GeschiedenisMiddelbare schoolvwoLeerjaar 6

This lesson contains 46 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 60 min

Items in this lesson

Opkomst van het Derde Rijk (1918-1945)

Slide 1 - Slide

Feniks, Geschiedenis Werkplaats, Memo, Saga

Slide 2 - Slide

Leerdoel
Aan het eind van deze les kun je antwoord geven op de volgende vraag:

"Wat leidde tot de opkomst van het nationaalsocialisme en welke gevolgen had dit voor Duitsland en Europa (1918-1945)?"

Slide 3 - Slide


Interbellum


  • Een interbellum (van het Latijn inter, tussen en bellum, oorlog) is een periode tussen twee oorlogen.

  • Het interbellum is de periode tussen de Eerste en de Tweede Wereldoorlog (1919-1939)

Slide 4 - Slide

Welke afspraken stonden er allemaal in het verdrag van Versailles m.b.t. Duitsland?

Slide 5 - Open question

Verdrag van Versailles 

  • Duitsland moet veel grondgebied afstaan (ongeveer 10%)

  • Duitsland moet kolonies afstaan

  • Duitsland mag geen leger meer hebben van groter dan 100.000 man

  • Duitsland moet herstelbetalingen doen aan vnl. Frankrijk

Slide 6 - Slide

Verdrag van Versailles 

  • Duitsland mag geen grote oorlogsschepen meer hebben (bepaald gewicht)

  • Duitsland mag geen luchtmacht meer hebben

  • Duitsland moet Polen doorgang geven naar de Oostzee (Poolse Corridor)

  • Grens tussen Frankrijk en Duitsland wordt gedemilitariseerd (Rijnland).

Slide 7 - Slide

Duitsland na de Eerste Wereldoorlog 
  • Eerste democratie in Duitsland: Republiek van Weimar (1919) - Parlementaire Democratie 

  • Verlies van de oorlog komt hard aan, zowel emotioneel als economisch. 

  • De herstelbetalingen zijn niet op te brengen door de regering, en de inflatie is groot.

Slide 8 - Slide

Duitsland na de Eerste Wereldoorlog

  • Het vertrouwen in de republiek (democratie) is laag.
  • Oude adellijke elite wil de keizer terug
  • Nationalisten willen één sterke leider
  • Communisten willen 'dictatuur van het proletariaat'

  • Verschillende groepen (extreemlinks/extreemrechts proberen de macht te grijpen (staatsgreep). (bv, Spartacusopstand)

Slide 9 - Slide


Bezetting van het Ruhrgebied
1923-1924



  • Omdat Duitsland de herstelbetalingen niet meer kan opbrengen, bezetten Franse troepen het Ruhrgebied om Duitsland te dwingen tot betalen.
  • Dit was toegestaan volgens het Verdrag van Versailles.
  • Franse troepen blijven in het Saargebied tot 1925.


Franse troepen bezetten Essen

Slide 10 - Slide

Dolkstootlegende

  • Duitsers kunnen het moeilijk bevatten. Voor hem kwam het verlies niet door de soldaten, maar door het verraad van Joden, sociaal democraten en communisten (Dolkstootlegende)

Slide 11 - Slide


Duitsland 
1924-1929



  • Politiek en economisch gaat het beter met het land
  • Duitsland is in 1926 lid van de Volkenbond geworden
  • De Amerikanen steunen de Duitse economie met het Dawesplan
  • Mensen hebben weer vertrouwen en lijken Hitler te zijn vergeten...

Slide 12 - Slide

Slide 13 - Slide

Slide 14 - Slide

Slide 15 - Slide

Slide 16 - Slide

Slide 17 - Slide

Slide 18 - Slide

Slide 19 - Slide


Crisis in de wereld 
vanaf 1929



  • Door overproductie van fabrieken, veel kopen op afbetaling en teveel vertrouwen in aandelenhandel, klapt de Amerikaanse economie in elkaar.
  • Landen die veel met de VS handelen, worden de crisis mee in gesleept... 

Slide 20 - Slide

Slide 21 - Slide

Slide 22 - Slide

 Hitler?
  • NSDAP gebruikt chaos voor eigen gewin: het is de schuld van het Verdrag van Versailles, joden, communisten, enz.

  • Hitler had na de mislukte staatsgreep besloten om alleen nog via verkiezingen aan de macht te komen.

  • Mensen stemmen massaal op hem! 'Weg met Versailles', 'Werk voor iedereen' ''Duitsland weer machtig maken'

Slide 23 - Slide


Hitler wordt kanselier
30 januari 1933



  • Na de verkiezingen van november 1932, waarbij de NSDAP de grootste werd, wordt het land vrijwel onbestuurbaar
  • Andere partijen (en de president) kunnen niet meer om Hitler heen: 
  • hij wordt kanselier (minister-president) in jan 1933

Slide 24 - Slide

HC Duitsland in Europa - Opkomst van het Derde Rijk
Maak opdracht
1,7

Slide 25 - Slide

Wat kan je nog vertellen over de plannen van Hitler?

Slide 26 - Mind map

Hoe kwam Hitler uit eindelijk aan de macht?

Slide 27 - Mind map


Rijksdagbrand
27 februari 1933






Een Nederlandse communist, Marinus van der Lubbe, wordt 
opgepakt, veroordeeld en geëxecuteerd. 

Machtigingswet--> Deze wet gaf Hitler de bevoegdheid om vier jaar lang buiten de Rijksdag en andere constitutionele organen om te regeren en wetten uit te vaardigen.

Slide 28 - Slide


Totalitaire samenleving

  • Onder Hitler werd Duitsland een totalitaire samenleving
  • In een totalitaire samenleving is het individu onbelangrijk, de staat bepaalt.


Slide 29 - Slide

 Volksgemeenschap / Volksgemeinschaft
Volksgemeinschaft : een 'raszuiver' volk. 

Om een raszuiver volk te hebben werden de volgende actie ondernomen:
  1. 1933: Dachau (opsluiten van mensen die er niet bij horen)
  2. 1935 Neurenberger rassenwetten
  3. Later:  vermoorden van mensen die niet tot de Volksgemeinschaft behoorden.


Slide 30 - Slide

Kenmerken totalitaire staat:

1)  Landsbelang staat boven individu.
--> Volksgemeinschaft
2) De leider is allesoverheersend.
3) Eenpartijstelsel, geen parlementaire democratie.
4) Massamedia: propaganda en
     censuur (controle op inhoud).
5) Jeugd wordt geïndoctrineerd 
  


6) Veel (leger)parades (militairisme)
7) IJzeren handhaving van de orde door geheime politie (terreur)
8) Onderdanen leven in permanente angst, zo oppositie uitsluiten (concentratiekampen)


Slide 31 - Slide

Filmvragen: Duitsland onder Hitler
Herhaling van wat we eerder al hebben gezien. Vanaf 4 minuten nieuwe informatie
Hoe zorgen de nazi’s ervoor dat ze nog meer aanhangers krijgen?
Hoe is Hitler aan de macht gekomen?
Hoe laat Hitler zien dat hij de machtigste man is van Duitsland?
Hoe wordt Hitler ook wel genoemd?
Wie zijn de tegenstanders van Hitler?
Hoe gaan de nazi’s om met tegenstanders? (noem meerdere voorbeelden)
Hoe wordt de bevolking overtuigd van de ideeën van Hitler (noem meerdere voorbeelden)
Noem een voorbeeld van indoctrinatie uit de film?
Welke acties worden er genoemd tegen de Joden?

Slide 32 - Slide

Wat weet je nog van net?

Slide 33 - Mind map

Wat is een totalitaire staat?

Slide 34 - Mind map

Onderwijs in Nazi-duitsland

Wiskundesom:
Een geestelijke gehandicapte kost de overheid 4 rijksmark per dag. Voorzichtige schattingen wijzen uit dat binnen de grenzen van het Duitse rijk 300.000 personen verzorgd worden in overheidsinstelling voor geestelijke zorg. Hoeveel huwelijksleningen van 1000 rijksmark per echtpaar kunnen jaarlijks gefinancierd worden van de fondsen die naar instellingen gaan?

Slide 35 - Slide

Onderwijs in Nazi-duitsland

Wiskunde:
Een bommenwerper stijgt op met twaalf dozijn bommen, die elk tien kilo wegen. Het vliegtuig gaat naar Warschau, centrum van het internationale jodendom. Het bombardeert de stad. Bij vertrek met alle bommen aan boord en een brandstoftank, die honderd kilo brandstof bevat, weegt het vliegtuig ongeveer acht ton. Wanneer het van de kruistocht terugkeert, blijven er nog 230 kilo over. Hoeveel weegt het vliegtuig als het leeg is?

Slide 36 - Slide

Maken
2, 3, 4

Slide 37 - Slide

Appeasementpolitiek 

Slide 38 - Slide

HC Duitsland paragraaf 1
Opdr 2,3,4

Slide 39 - Slide


Duitsland valt Polen aan
1 september 1939




"Vanaf 5:45 uur wordt teruggeschoten!"

Hitler geeft aan dat hij wel móet reageren op een Poolse aanval op een 
Duits radiostation. De Duitsers hebben deze aanval in scène gezet.

Slide 40 - Slide


Begin Tweede Wereldoorlog
3 september 1939




Na de Duitse aanval op Polen, kunnen Engeland en Frankrijk 
maar één ding doen: 

Duitsland de oorlog verklaren...

Slide 41 - Slide


Succes in West-Europa
1940




  •  Voorjaar van 1940 als de Duitsers met een enorme snelheid en grote overmacht, Europa letterlijk 'oprollen'.
  • Landen in dienst van Duitse oorlogsindustrie.
  • Beperkingen voor veel mensen. 

Slide 42 - Slide

Slide 43 - Slide

Slide 44 - Slide

Zefstandig werken
Wat? Maken opdrachten C4.1
Tekstboek pagina: 63 t/m 68
Opdrachten paragraaf C4.1:  1 t/m 6 + 9, 10, 12
Hoe? In stilte! 
Hoe lang? Rest van de les.
Hulp? Je mag de docent vragen stellen.
Klaar? Lezen C4.2

Slide 45 - Slide

Leerdoel
Aan het eind van deze les kun je antwoord geven op de volgende vraag:

"Wat leidde tot de opkomst van het nationaalsocialisme en welke gevolgen had dit voor Duitsland en Europa (1918-1945)?"

Slide 46 - Slide