3.3 Gelijkwaardige staten

Nederland en Indonesië 
1 / 14
next
Slide 1: Slide
GeschiedenisMiddelbare schoolmavoLeerjaar 3

This lesson contains 14 slides, with text slides.

time-iconLesson duration is: 60 min

Items in this lesson

Nederland en Indonesië 

Slide 1 - Slide

Regels
  • Bij binnenkomst ga je zitten en pak je je spullen.
  • Je laptop laat je dicht op tafel liggen.
  • Als je wat wilt vragen steek jij je vinger op
  • Als de docent praat zijn de leerlingen stil 
  • Je behandeld een ander zoals je zelf behandeld wilt worden. Dat betekent met fatsoen en respect. 

Slide 2 - Slide

Aantekeningen
Zie je dit potloodje? Dan neem je de dikgedrukte en onderstreepte zin over in je schrift.


Te weinig tijd? De les wordt met je gedeelt, kan je tijdens zelfstandig werken verder met overnemen.

Slide 3 - Slide

Criteria van vorige week
  • Je herkent hoe het Indonesische nationalisme opkwam en benoemt de reactie van de Nederlandse overheid hierop.

  • Je legt uit hoe het nationalisme in Indonesië werd versterkt door de Japanse bezetting.

  • Je herkent oorzaken (2) en gevolgen (2) bij het verloop van de Indonesische Onafhankelijkheidsoorlog.

Slide 4 - Slide

Deze les                      
Paragraaf 3.3: Gelijkwaardige staten

Aan het einde van de les: 

  • Je plaatst vijandigheden tussen Nederland en Indonesië in de tijd en benoemt gevolgen (2) van deze vijandigheden.
  • Je herkent verandering en continuïnteit in de geschiedenis van Indonesië na Soekarno en benoemt oorzaken (2) en gevolgen (2) van het aftreden van Soeharto.
  • Je beargumenteert je mening over de huidige verhoudingen tussen Nederland en Indonesië.




Slide 5 - Slide

Historische vaardigheden
Verandering
Verandering: Iets dat anders is geworden.
Je hebt kleine en grote, snelle en langzame veranderingen.
Het ligt aan hoe lang en hoe groot de verandering is.  

Als er géén verandering is, maar iets juist hetzelfde blijft, dan noem je dat continuïteit.

Slide 6 - Slide

Vijandschap tussen Nederland en Indonesië 

Tijdens en na de onafhankelijkheidsoorlog (1947-1949) migreerden veel inwoners van Indonesië naar Nederland. 

  •  Indische Nederlanders of Indo’s.
  •  Molukkers.


Indische Nederlanders/ Indo's: Nederlanders van gemengd Nederlands-Indonesische afkomst.

Slide 7 - Slide

Vijandschap tussen Nederland en Indonesië 

Ook Molukkers die in het koloniale leger hadden gediend vertrokken naar Nederland. In 1950 riepen de Molukkers de RMS uit, maar het Indonesische leger maakte daar een eind aan. 





RMS: de Vrije Molukse Republiek

Slide 8 - Slide

Vijandschap tussen Nederland en Indonesië 


De verhouding tussen Nederland en Indonesië bleef vijandig. In 1957 liet Soekarno de Nederlandse bedrijven in Indonesië nationaliseren. Bijna brak er opnieuw oorlog uit, maar Nederland gaf in 1962 toe.


Nationaliseren: staatseigendom maken

Slide 9 - Slide

Betere relatie tussen Nederland en Indonesië 



In 1967 werd generaal Soeharto de nieuwe president. De relatie met Nederland werd beter. In 1998 werd Soeharto tot aftreden gedwongen en begon de democratisering. 

 
  • Het land tot ontwikkeling en de armoede nam af. 
  • De landen gingen elkaar als gelijkwaardige landen 
      zien en de handel nam toe.



Slide 10 - Slide

Betere relatie tussen Nederland en Indonesië 



De economie bleef groeien dankzij de handel en de toegenomen koopkracht, maar ook door toerisme. Grote trekpleisters zijn de stranden en het erfgoed: waardevolle overblijfselen uit het verleden


De boeddhistische tempel Borubudur (Java, 2019)

Slide 11 - Slide

De invloed van het koloniale verleden


Tijdens de Indonesische onafhankelijkheidsoorlog had het Nederlandse leger soms buitensporig geweld gebruikt, maar dit werd lang verzwegen. 

  • In 2011 en 2013 bood Nederland via de ambassadeur excuses aan 
      voor enkele van deze gebeurtenissen. 
  • In het voorjaar van 2020 bood koning Willem-Alexander excuses aan
      voor het gebruikte geweld.

Ambassadeur: De hoogste vertegenwoordiger van een land

Minister-President Mark Rutte en President van Indonesië : Joko Widodo

Slide 12 - Slide

Historische vaardigheden
Onderzoeksvragen bedenken en gebruiken
Je kunt met drie soorten onderzoeksvragen aan het werk.
Beschrijvende vragen gebruik je als je meer wilt weten over een situatie of verschijnsel in het
verleden, bijvoorbeeld: hoe was het leven in de eerste industriesteden in Nederland?
Verklarende vragen gebruik je als je wilt uitleggen waardoor iets is gebeurd, bijvoorbeeld: 
waaromkwam de industrie in Nederland later op gang dan in België?
Waarderende vragen gebruik je om te onderzoeken
wat jij ergens van vindt, bijvoorbeeld: was het fijn om in een vroege industriestad te leven? Bij zo’n vraag geef je dus je mening

Slide 13 - Slide

Opdrachten van de week

Maak de opdrachten bij:
  • 3.3
  • Beantwoord de criteria in je schrift. 

Klaar?
  • Stripboek 'de terugkeer' lezen 

Slide 14 - Slide