animals and pets

animals


TIP; DIEREN = ANIMALS
HUISDIEREN = PETS

1 / 21
next
Slide 1: Slide
EngelsMiddelbare schoolvmbo b, kLeerjaar 1

This lesson contains 21 slides, with interactive quizzes, text slides and 2 videos.

time-iconLesson duration is: 30 min

Items in this lesson

animals


TIP; DIEREN = ANIMALS
HUISDIEREN = PETS

Slide 1 - Slide

LET OP!
DE LES BEGINT MET EEN FILMPJE WAARIN DIEREN BFF'S ZIJN (VOLGENDE DIA)

LET GOED OP WELKE DIEREN VOORBIJ KOMEN IN HET FILMPJE

Slide 2 - Slide

1

Slide 3 - Video

04:31
Welke dieren worden als 'vriend' genoemd in het filmpje?

Slide 4 - Open question

Translate: claws
A
VIN
B
clowns
C
poten
D
klauwen

Slide 5 - Quiz

Translate: HORSE
A
HOND
B
PAARD
C
HAAS
D
nijlpaard

Slide 6 - Quiz

Translate: Hippo
A
neushoorn
B
nijlpaard
C
paard
D
soort aap

Slide 7 - Quiz

Translate: ladybug
A
vrouwtjes konijn
B
libelle
C
lieveheersbeestje
D
vlinder

Slide 8 - Quiz

Translate: KONIJN
A
PARROT
B
HARE
C
RABBIT
D
DEER

Slide 9 - Quiz

Translate: SPIN
A
PARROT
B
LADYBUG
C
BAT
D
SPIDER

Slide 10 - Quiz

Translate: lizard
A
kwal
B
luipaard
C
hagedis
D
leguaan

Slide 11 - Quiz

Translate: HUISDIER?
A
ANIMAL
B
CAP
C
PET
D
DEER

Slide 12 - Quiz

WELKE DRIE DIEREN ZIJN EEN 'PET'
A
PARROT, LION, MOUSE
B
RABBIT, MOUSE, DOG
C
TIGER, LION, HORSE
D
FISH, CAT, TIGER

Slide 13 - Quiz

Translate: trunk
A
staart
B
slagtand
C
slurf
D
dijbeen

Slide 14 - Quiz

wat zijn: whiskers
A
wenkbrauwen
B
wimpers
C
kwastje aan de staart
D
snorharen

Slide 15 - Quiz

Translate: antlers
A
kieuwen
B
gewei
C
schubben
D
poten

Slide 16 - Quiz

Translate: gills
A
schubben
B
horens
C
hoeven
D
kieuwen

Slide 17 - Quiz

Translate: vacht
A
scales
B
fur
C
gills
D
wings

Slide 18 - Quiz

Translate: HEDGEHOG
A
kever
B
egel
C
herdershond
D
cavia

Slide 19 - Quiz

Translate: ostrich
A
hagedis
B
ooievaar
C
reiger
D
struisvogel

Slide 20 - Quiz

Slide 21 - Video