1.3 - Practicum

1.3 - Practicum
LessonUp
JA!
Benodigdheden
- NOVA-boek
- Schrift
- Pen, potlood
- Rekenmachine
1 / 20
next
Slide 1: Slide
NatuurkundeMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 2

This lesson contains 20 slides, with interactive quiz, text slides and 1 video.

Items in this lesson

1.3 - Practicum
LessonUp
JA!
Benodigdheden
- NOVA-boek
- Schrift
- Pen, potlood
- Rekenmachine

Slide 1 - Slide

Leerdoelen
  1. Je kunt practicummateriaal benoemen
  2. Je kunt van een aantal meetinstrumenten uitleggen hoe je ze gebruikt. 
  3. Je kunt het verschil benoemen tussen digitale en analoge meetapparaten.
  4.  Je kunt de veiligheidsregels in een practicumlokaal uitleggen.
  5. Je kunt de werking van een brander uitleggen.
  6. Je kunt 3 soorten vlammen van een brander en de eigenschappen benoemen. 

Slide 2 - Slide

Slide 3 - Video

Waar moet je op letten tijdens het doen van practicum?

Slide 4 - Mind map

Veiligheidsregels
  • Altijd lab jas aan en dicht.
  • Altijd veiligheidsbril op.
  • Lang haar in een staart.
  • Tassen onder tafel.
  • Krukken onder tafel.
  • Gangen paden leeg.
  • Brander uit wanneer je klaar bent.
  • Geknoeid? Even opruimen.

Slide 5 - Slide

Slide 6 - Slide

Slide 7 - Slide

Slide 8 - Slide

Slide 9 - Slide

Slide 10 - Slide

Slide 11 - Slide

Slide 12 - Slide

Meetinstrumenten
Grootheid
Afkorting
Instrument
Eenheid
Afkorting
Tijd
t
Klok, stopwatch
seconden, minuten, uur, jaar
s, min, h, y
Lengte
l
Liniaal, geodriehoek, meetlint
millimeter, centimeter, meter, kilometer
mm, cm, m, km
Temperatuur
T
Thermometer
graden Celsius of graden Kelvin
*C of *K 
Massa
m
Weegschaal, balans
gram of kilogram
g, kg
Volume
V
Maatcilinder
milliliter, liter, kubieke centimeter, kubieke meter 
mL, L, cm3, m3
Kracht
F
Veerunster
Newton
N

Slide 13 - Slide

Vanzelfsprekend gebruik je een passend meetinstrument voor wat je wilt meten

Slide 14 - Slide

Practicum materiaal

Slide 15 - Slide

Meetinstrumenten voor lengte

Slide 16 - Slide

De brander
gasknop
luchtring
schoorsteen

Slide 17 - Slide

Slide 18 - Slide

3 soorten vlammen
1. GELE VLAM:
onvolledige verbranding
 (te weinig zuurstof)
2. BLAUWE VLAM:
Volledige verbranding (voldoende zuurstof)
3. Ruisende vlam:
Volledige verbranding
 (overmaat zuurstof)

Slide 19 - Slide

opdrachten maken
maken opdrachten van je werkboek H1.3 
max fluistertoon
hulp nodig? Steek je vinger op
klaar? Doe iets voor een ander vak

Slide 20 - Slide