Paragraaf 2.4 Blessures

Startopdracht:
Beantwoord alleen en in stilte de volgende vragen:
1. Wat zijn antagonisten?
2. Zet de 3 soorten gewrichten op volgorde van:
veel beweging -> weinig beweging mogelijk
3. Een ontspannen spier is langer/korter en dunner/dikker dan een aangespannen spier. 



timer
5:00
1 / 32
next
Slide 1: Slide
BiologieMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 3

This lesson contains 32 slides, with interactive quizzes, text slides and 2 videos.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

Startopdracht:
Beantwoord alleen en in stilte de volgende vragen:
1. Wat zijn antagonisten?
2. Zet de 3 soorten gewrichten op volgorde van:
veel beweging -> weinig beweging mogelijk
3. Een ontspannen spier is langer/korter en dunner/dikker dan een aangespannen spier. 



timer
5:00

Slide 1 - Slide

Leerdoelen 2.4 les 1
- Je kunt 4 botblessures benoemen en uitleggen wat er aan de hand is. 
- Je kunt beschrijven wat er aan de hand is bij een voetbalknie.

Slide 2 - Slide

Blessures
Beschadigingen aan bot, gewricht of spier.
Kan ook ontstaan door overbelasting.

Slide 3 - Slide

Slide 4 - Video

Botbreuk
Wordt opgelost door het bot te zetten (tegen elkaar duwen).
Daarna zorgt gips ervoor dat het bot niet kan verschuiven.

Ondertussen moet het bot weer vastgroeien.

Slide 5 - Slide

Gewrichtsblessure
Ontwrichting - Gewrichtsknobbel schiet uit gewrichtskom; gewrichtskapsel en -banden rekken hierdoor uit

Verstuiking - gewrichtsband rekt uit doordat een gewricht te ver door buigt 
(voorbeeld: dubbelgeklapte enkel)

Slide 6 - Slide

Knieblessures
Meniscus blessure - meniscus kan scheuren: voetbalknie. Vocht in de knie, hierdoor minder buigzaam. Verholpen door slijpen of verwijderen van de meniscus

Knieband/kruisband blessure - gewrichtsband scheurt in of af, hierdoor wordt het gewricht minder stevig.

Slide 7 - Slide

Maken
Eerste 8 minuten in stilte
Zelf bestuderen/doorlezen: 2.4
Maken: 2.4 2 t/m 12 

Klaar? Nakijken -> antwoorden staan op itslearning, daarna maken samenvatting, slimstampen 
of verder werken tot opdr. 25.

timer
8:00
Vrijdag 4-10
Toets H2
(geen ST, weging 3x)

Slide 8 - Slide

Leerdoelencheck 

Maak de volgende slides met vragen 
om te controleren of je de leerdoelen kent. 

timer
1:00

Slide 9 - Slide

Welke van deze blessures kun je niet zien op een röntgenfoto?
A
Botbreuk
B
Kneuzing
C
Ontwrichting

Slide 10 - Quiz

Een botbreuk moet altijd geopereerd worden
A
Waar
B
Niet waar

Slide 11 - Quiz

Wat is een blessure aan het gewricht?
A
kneuzing
B
ontwrichting
C
bloeduitstorting
D
blauwe plek

Slide 12 - Quiz

Wat is geen knieblessure?
A
Afgescheurde kruisband
B
Gescheurde meniscus
C
Knieschijf kneuzing
D
Ingescheurde knieband

Slide 13 - Quiz

Startopdracht:
3 vragen bij een filmpje. Neem de vragen over in je schrift en houd onder elke vraag een regel leeg. 
1) Waardoor komt deze blessure meer voor bij meiden dan bij jongens?
2) Wat is er aan de hand bij de blessure uit het filmpje?
3) Wat is er aan de hand bij een voetbalknie?


Slide 14 - Slide

Slide 15 - Video

Leerdoelen 2.4 les 2
- Je kunt 4 soorten spierblessures opnoemen en uitleggen wat er aan de hand is.

Slide 16 - Slide

Spierblessure
Spierpijn - Achtergebleven afvalstoffen in de spieren

Spierkramp - Een grote ophoping van afvalstoffen. Hierdoor wordt de spier hard en/of trekt plotseling samen


Hoe heet het proces waardoor er afvalstoffen ontstaan?
verbranding
Wat is de reactie van dit proces?
zuurstof + glucose -> energie + CO2 + glucose

Slide 17 - Slide

Spierblessure
Spierscheur - Kan ontstaan door met kramp de spier blijven aanspannen. Kan ook plotseling ontstaan (Zweepslag).

Kneuzing - Geknapte spiervezel of bloedvat (dit laatste zie je als blauwe plek)

Voor alle spierblessures geldt: rustig aan doen en koelen

Slide 18 - Slide

Maken
Eerste 8 minuten in stilte
Zelf bestuderen/doorlezen: 2.4
Maken: 2.4 opdr. 2 t/m 20, 22 t/m 25 

Klaar? Nakijken -> antwoorden staan op itslearning, daarna maken samenvatting of slimstampen (t/m par. 2.4)

timer
8:00
Week 40 
Toets H2
(geen ST, weging 3x)

Slide 19 - Slide

Startopdracht:
1. Hoe noem je de blessure uit
de foto?
2. Leg uit wat er aan de hand is
bij spierpijn. 



timer
3:00

Slide 20 - Slide

Leerdoelen 7.3
- Je kunt 4 manieren om blessures te voorkomen opnoemen en toelichten.

Slide 21 - Slide

Blessures voorkomen
Beschermende kleding - helm, scheenbeschermer, enz.

Intapen - Gewricht omwikkelen met linnen band. 'Extra gewrichtsbanden', helpt met extra stevigheid

Slide 22 - Slide

Blessures voorkomen

Warming-up - Spieren opwarmen, bloed gaat stromen, bloedvaten worden breder -> afvalstoffen kunnen beter weg tijdens intensief trainen

Slide 23 - Slide

Blessures voorkomen

Cooling-down - Spieren blijven actief, hierdoor stroomt bloed beter en kunnen resterende afvalstoffen beter weg. Hierdoor voorkom je spierpijn of kramp

Slide 24 - Slide

Maken
Eerste 8 minuten in stilte
Zelf bestuderen/doorlezen: 2.4
Maken: 2.4 opdr. 2 t/m 20, 22 t/m 25 

Klaar? Nakijken -> antwoorden staan op itslearning, daarna maken samenvatting of slimstampen (t/m par. 2.4)

timer
8:00
Week 40 
Toets H2
(geen ST, weging 3x)

Slide 25 - Slide

Leerdoelencheck 

Maak de volgende slides met vragen 
om te controleren of je de leerdoelen kent. 

timer
1:00

Slide 26 - Slide

Wat is een zweepslag?
A
Er blijven afvalstoffen in de spier achter
B
Er ontstaat een scheurtje in de spier
C
Er zijn bloedvaatjes in de spier stukgegaan

Slide 27 - Quiz

Spierpijn en blessures voorkom je door?
A
Warming-up
B
Rekoefeningen
C
Coolingdown
D
Alle drie de antwoorden

Slide 28 - Quiz

Hoe kun je door cooling-down blessures voorkomen?
A
door betere doorbloeding
B
door betere afvalstoffen afvoer

Slide 29 - Quiz

Practicum 
Spierspanning vingers

Slide 30 - Slide

Opdracht blessures 
Maak de opdracht in de volgende slide. 

Slide 31 - Slide

Slide 32 - Link