H3.3 Formuletaal

H2O
CO2
CH4
O2
C6H12O6
1 / 22
next
Slide 1: Slide
ScheikundeMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 3

This lesson contains 22 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

H2O
CO2
CH4
O2
C6H12O6

Slide 1 - Slide

H3.3 Formuletaal

Slide 2 - Slide

Vandaag
Doornemen lesstof toets + planning
Te

Doelen vandaag
  • De formule van een stof afleiden uit de molecuultekening.
  • De formules van een aantal verbindingen opschrijven als de naam bekend is en omgekeerd.

Slide 3 - Slide

Toets hoofdstuk 3
Leren: paragraaf 3.1 t/m 3.3

Tabel 3.9 moet je kennen (uit je hoofd)
Afbeelding 3.26 moet je kennen (uit je hoofd)

Afbeeldingen 3.23 en 3.27 hoef je niet uit je hoofd te kennen

Slide 4 - Slide

Toets hoofdstuk 3 - planning
20 januari: 3.3 formuletaal (1) 
21 januari: 3.3 formuletaal (2)
27 januari: oefentoets / vragen
28 januari: toets

Slide 5 - Slide

De molecuulformule

Atomen stellen we voor als bolletjes met
een elementsymbool
.




Cl
H
H
O
O
C
C
O
H

Slide 6 - Slide

De molecuulformule

Slide 7 - Slide

De molecuulformule

De atomen kunnen we samenvoegen tot moleculen:

             CO2                                                                                                           







 




Molecuultekening

C
O
O
H
H
O
Index: geeft het aantal atomen aan (staat rechtsonder het symbool)
 H2O

Molecuulformule

Slide 8 - Slide

De molecuulformule

Meerdere moleculen worden weergegeven met
een
 
coëfficiënt
. Dit getal komt vóór het molecuul te staan.



C
O
O
C
C
C
C
O
O
O
O
O
O
O
O

Hier is de coëfficiënt 5, dus 5 CO2

Slide 9 - Slide

Formules van moleculen die je moet kennen:

Slide 10 - Slide

Claudia Fietst Naar Haar Oma  IBreda

De moleculen van deze atomen bestaat altijd uit twee dezelfde atomen:

-Cl2 : Chloormolecuul
-F2 : Fluormolecuul
-N2 : Stikstofmolecuul
-H2 : Waterstofmolecuul
-O2 : Zuurstofmolecuul
-I2 : Joodmolecuul
-Br2  : Broommolecuul





Slide 11 - Slide

Met de index:
A
Geef je aan hoeveel moleculen er zijn
B
Geef je aan hoeveel atomen er in 1 molecuul zitten

Slide 12 - Quiz

Index staat altijd aan het begin van een molecuul
A
juist
B
onjuist

Slide 13 - Quiz

De coëfficiënt staat altijd...
A
voor het molecuul
B
in het molecuul
C
achter het molecuul

Slide 14 - Quiz

Wat geeft het coëfficiënt aan?
A
aantal moleculen
B
aantal atomen
C
aantal atomen in het molecuul
D
aantal moleculen in het atoom

Slide 15 - Quiz

Wat is de coëfficiënt bij ?
A
H
B
2
C
O
D
3

Slide 16 - Quiz

Geef aan welk(e) getal(len) de index en welk(e) getal(len) de coefficient is/zijn in: 6
 H2SO4
A
Index: 6 coëfficiënt: 2 en 4
B
Index: 6 en 2 coëfficiënt: 4
C
Index: 2 en 4 coëfficiënt: 6
D
Index: 6 en 4 coëfficiënt: 2

Slide 17 - Quiz

Welk cijfer mag je nooit aanpassen? De indexcijfers of de coëfficiënten?
A
De indexcijfers
B
De coëfficiënten
C
Geen van beiden
D
allebei

Slide 18 - Quiz

Wat is de index van koolstof in de molecuulformule van dit molecuul (koolstof zijn de zwarte bolletjes):

A
4
B
5
C
6
D
7

Slide 19 - Quiz

Oefening
Maak in 2-tallen met de modeldozen de volgende moleculen:


Klaar? Laat controleren. 
Daarna, maak de volgende moleculen:


3 C2H6
2 C2H6O

Slide 20 - Slide

Opdrachten maken
Maak opdrachten 28, 29, 30, 33 en 38  van par 3.3 op blz 89/90

Dit wordt huiswerk voor de volgende week

Slide 21 - Slide

Leerdoelen
Je kunt nu:
  • De formule van een stof afleiden uit de molecuultekening.
  • De formules van elementen geven.
  • De formules van een aantal verbindingen opschrijven als de naam bekend is.
  • De naam van een aantal stoffen opschrijven als de formule bekend is.
  • Het massa-% van een atoomsoort in een verbinding berekenen.

Slide 22 - Slide