2425 Klas 1 Lesdoelen P1

Doelen dans Periode 1
  1. Je begrijpt wat een 'tableau vivant' is en kan tableaux vivants bedenken en onthouden
  2. Je kan het begrip 'freeze' en 'slow motion' toepassen in beweging
  3. Je begrijpt waar je een dansactie voor kan gebruiken en durft dansacties uit te voeren
  4. Je kan samenwerken in dans: in de poortjes staan en 'domino' effecten maken
  5. Je kan samenwerken in dans: oog hebben voor de andere dansers en de ruimte
  6. Je kan de hoogtelagen in de ruimte bewust toepassen
  7. Je kan in de maat / op de beat lopen en begrijpt het belang van rechtop lopen
  8. Je kan tot 8 klappen / tellen in een choreografie en begrijpt waarom we vaak tot 8 tellen
  9. Je kan de spiegel gebruiken om te communiceren met de docent en jezelf en je klasgenoten in de gaten te houden
1 / 16
next
Slide 1: Slide
DramaPraktijkonderwijsLeerjaar 1

This lesson contains 16 slides, with text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

Doelen dans Periode 1
  1. Je begrijpt wat een 'tableau vivant' is en kan tableaux vivants bedenken en onthouden
  2. Je kan het begrip 'freeze' en 'slow motion' toepassen in beweging
  3. Je begrijpt waar je een dansactie voor kan gebruiken en durft dansacties uit te voeren
  4. Je kan samenwerken in dans: in de poortjes staan en 'domino' effecten maken
  5. Je kan samenwerken in dans: oog hebben voor de andere dansers en de ruimte
  6. Je kan de hoogtelagen in de ruimte bewust toepassen
  7. Je kan in de maat / op de beat lopen en begrijpt het belang van rechtop lopen
  8. Je kan tot 8 klappen / tellen in een choreografie en begrijpt waarom we vaak tot 8 tellen
  9. Je kan de spiegel gebruiken om te communiceren met de docent en jezelf en je klasgenoten in de gaten te houden

Slide 1 - Slide

Tableau Vivant


Tableau = schilderij
Vivant = Levend

Slide 2 - Slide









Meestal een tafereel uit de Bijbel, historische gebeurtenis, een boroemd schilderij enz

Slide 3 - Slide

Klein beetje geschiedenis ...
Veel van de begrippen uit het toneel komen uit het Frans.
Dit hebben we te danken aan schrijvers als Molière.

Acteurs oefende met elkaar om een stilstaand
beeld te maken, alsof het publiek naar een 
levend schilderij keek.

Slide 4 - Slide

Slide 5 - Video

Welk schilderij?

Slide 6 - Slide

Slide 7 - Slide

Welk Bijbels Tafereel?

Slide 8 - Slide

Slide 9 - Slide

Tableau vivant - 1
Maak nu zelf 3 tableaux vivants met je groepje van 7.
--> Kies 3 thema's uit de stapel. 
--> Ga in ieder tableau op een andere plek. 
--> Denk aan: Laag - midden - hoog!

Verplaatsen 1 --> 2: volg je hand
Verplaatsen 2 --> 3: geblazen door de wind. Onthoud je plek!

Slide 10 - Slide

Tableau vivant - 2
Herhaal de 3 tableaux vivants met je groepje van 7.
--> Kies 2 nieuwe thema's uit de stapel. 
--> Ga in ieder tableau op een andere plek. 
--> Einde: 'terugspoelen' naar nummer 1!

Om te verplaatsen: 1-volg je hand, 2-geblazen door de wind, 3-draaien, 4-als een robot, 5-achteruit bewegen (terugspoelen).

Slide 11 - Slide

Tableau vivant - 3
Herhaal de 5 tableaux vivants met je groepje van 7.
--> Kies 3 nieuwe thema's uit de stapel. 
--> Ga in ieder tableau op een andere plek. 

Verplaatsen: 1-volg je hand, 2-geblazen door de wind, 3-draaien, 4-als een robot, 5-marcheren, 6-rollen, 7-ballet, 8-achteruit bewegen (terugspoelen).

Slide 12 - Slide

'Dansacties'
In het tableau sta je in een 'freeze'.
Tussendoor beweeg je met 'dansacties'.

Dit zijn werkwoorden die zich goed lenen om beweging bij te bedenken.
Door 'dansacties' als inspiratie te gebruiken kom je tot nieuw dansmateriaal.

We noemen er een paar: ..............................................

Slide 13 - Slide

Dansacties (basis)
- Lopen
- Rennen
- Glijden (lijkt op schaatsen)
- Kruipen
- Rollen
- Draaien
- Springen
- Vallen

Slide 14 - Slide

Dansacties (moeilijker)
Buigen
Roteren
Tikken
Slaan
Gooien
Wringen
Zweven

--> Maak een duo-vechtdans met deze dansacties (in deze volgorde)!
--> Voeg toe: langzaam (1x), snel (1x), herhaling (1x) en slow motion (1x).

Slide 15 - Slide

Check out vragen P1
  1. Wat is een dansactie?
  2. Waar kan je een dansactie goed voor gebruiken?
  3. Wat is de vertaling van 'tableau vivant' naar het Nederlands?
  4. Hoe ziet de samenwerkingsvorm 'domino' eruit in een dans?
  5. Wat is het verschil tussen 'freeze' en 'slow motion'?
  6. Waarom tellen we in de dansles meestal tot 8?
  7. Waarom moet je 'in de poortjes' staan?
  8. Waarom moet je rechtop lopen?
  9. Waarvoor kan je de spiegel gebruiken?
  10. Wil je nog iets vertellen, dat je hebt geleerd?    Lever in met je naam erop. Fijne vakantie! 

Slide 16 - Slide