Groep 8 thema 5.2 (werkwoordspelling)

Thema 5 les 7 en 8
1 / 23
next
Slide 1: Slide
NederlandsBasisschoolGroep 8

This lesson contains 23 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

Thema 5 les 7 en 8

Slide 1 - Slide

Wat is een werkwoord?

Slide 2 - Slide

Stefanie beantwoordde de vraag goed.

Mijn vraag is nu een beantwoorde vraag.

Slide 3 - Slide

't kofschip
't sexy fokschaap

Slide 4 - Slide

Dit moet je weten
Verleden tijd enkelvoud
Ik beantwoordde de vraag

Bijvoeglijk gebruikt voltooid deelwoord
De beantwoorde vraag

Slide 5 - Slide

Zwak werkwoord = zelfde klank werkwoord

Dit zijn werkwoorden die niet veranderen van klinker (klank) in de verleden tijd:

Bij deze werkwoorden gebruiken we de regel van: 
't-Kofschip-X 
Te sexy fokschaap / De verlengzwembaden

Slide 6 - Slide

Stappenplan
1) Schrijf de stam van het werkwoord op.

2) Stam + te(n) of de(n)
--> kijk naar het onderwerp

Slide 7 - Slide

Bijvoeglijk gebruikt voltooid deelwoord
Zegt iets over het zelfstandig naamwoord.

Het is een vorm van het voltooid deelwoord.
--> Te sexy fokschaap / De verlengzwembaden

Je krijgt het B.G.V.D. door een 'e' achter het voltooid deelwoord te zetten. Vervolgens kijk je of de spelling klopt. 
Het is vergroot +e = vergroote --> Zo kort mogelijk en correct: vergrote
Het is bezet + e = bezete --> Zo kort mogelijk en correct: bezette

Slide 8 - Slide

Uitzondering


Eindigt het voltooid deelwoord op -en, dan schrijf je het BVGD precies hetzelfde.
--> Het is verborgen --> De verborgen schat

Slide 9 - Slide

Stappenplan
1) Wat is het voltooid deelwoord?
--> Te sexy fokschaap / De verlengzwembaden

2) Eindigt het voltooid deelwoord op -d of -t :
Voltooid deelwoord + e
Eindigt het voltooid deelwoord op -en:
BGVD is dan hetzelfde

3) Is het woord zo kort mogelijk en correct geschreven?

Slide 10 - Slide

Verleden tijd e.v.

Zelfde klank werkwoorden (vandaag)

Te sexy fokschaap of De verlengzwembaden gebruiken

Stam + de(n) of te(n)


B.G.V.D

Zegt iets over een zelfstandig naamwoord

Voltooid deelwoord + e

Schrijf hem altijd zo kort als mogelijk

Slide 11 - Slide

Vul 4 zelfde klank werkwoorden in. (zwakke werkwoorden)

Slide 12 - Mind map

Wat is de verleden tijd?
De machine ________ eten. (bereiden)
A
bereidde
B
bereide

Slide 13 - Quiz

Wat is de verleden tijd?
Ik _____ mijn buurvrouw. (begroeten)

A
begroette
B
begroete

Slide 14 - Quiz

Bij de volgende opdrachten

Is het verleden tijd e.v. of het B.G.V.D.??

Slide 15 - Slide

De ......... maaltijd smaakte erg goed (bereiden)
A
bereide
B
bereidde

Slide 16 - Quiz

Hij ........... zich gisteren bij het bestuur.
A
verantwoorde
B
verantwoordde

Slide 17 - Quiz

Hij ..... het brood door het te lang te roosteren (verbranden)
A
verbrande
B
verbrandde

Slide 18 - Quiz

Het ...... vak viel hem erg tegen. (verplichten)
A
verplichte
B
verplichtte

Slide 19 - Quiz

Dictee
Ik kan ... van de 8 werkwoorden schrijven.

Slide 20 - Slide

Antwoorden
bereidde --> bereidde mijn tante
verantwoorde --> verantwoorde maaltijden
verplichte --> verplichte vitamine
bestelt
vervangt
verbrandde --> verbrandde haar zure bonenschotel
besloten
verrast

Slide 21 - Slide

Ik had ... werkwoorden goed.
08

Slide 22 - Poll

Verwerking

Opdracht 1, 2 en 3

Denk aan de uitstapkaart!

Slide 23 - Slide