Mondeling se présenter m/h

  • Voca
1 / 11
next
Slide 1: Slide
FransMiddelbare schoolhavoLeerjaar 1

This lesson contains 11 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

  • Voca

Slide 1 - Slide

Mondeling VT1
Ik kan mezelf en een ander voorstellen: naam, leeftijd, woonplaats, sport, dier (leerdoel).

Het mondeling bestaat uit twee korte opdrachten:
1. Je stelt jezelf eerst voor.
2. Daarna trek je een spreekkaart waar een fiche d'identité van een persoon op staat. Stel deze persoon voor. 

Slide 2 - Slide

Opdracht 1: jezelf voorstellen
Opdracht 1 kan je goed zelf voorbereiden. Je vertelt je naam, leeftijd, woonplaats, sport en dier. Schrijf dit op in Franse zinnen. Leer dit tekstje uit je hoofd.

Tip: gebruik de zinnen op p. 47 in het taalportfolio en leer deze zinnen op Quizlet! Kijk ook nog eens naar ex. 19 en 20.

Slide 3 - Slide

La roue
Beantwoord de vragen in het Frans.

Slide 4 - Slide

Présente-toi!

Slide 5 - Open question

Opdracht 2: iemand anders voorstellen
Je krijgt op het mondeling van de docent een fiche d'identité zoals het plaatje. De informatie die hierop staat gebruik je om deze persoon voor te stellen. Let erop dat je nu dus in de hij/zij-vorm vertelt!

Slide 6 - Slide

Opdracht 2: iemand anders voorstellen
Voorbeeld:
Elle s'appelle Sophie de Jong.
Elle a 12 ans.
Elle habite à Breda.
Son sport préféré, c' est le tennis.
Elle a un lapin.

Slide 7 - Slide

Opdracht 2: iemand anders voorstellen
Leer de zinnetjes van de vorige dia voor opdracht 2. Elle kan je vervangen voor il.

Tip: leer de woordjes op p. 46 en 47 in het taalportfolio of op Quizlet. Kijk ook nog eens naar ex. 17 en 18.

Slide 8 - Slide

Présente le garçon.

Slide 9 - Open question

Werkwijze
Het mondeling doe je alleen bij de docent en duurt niet langer dan 5 minuten. De docent maakt een schema waarin je kan zien in welke les en hoelaat je aan de beurt bent. De rest van de klas gaat zelfstandig aan het werk met een opdracht.

Slide 10 - Slide

Leren
Je leert voor het mondeling:
  • Het werkwoord être op p. 10
  • De getallen op p. 29
  • De woordjes op p. 46-47
  • De zinnen op p. 47

Bonne chance!

Slide 11 - Slide