Opmaat thema 3 Boodschappen doen en winkelen

Opmaat thema 3 Boodschappen doen en winkelen
1 / 17
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 1

This lesson contains 17 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

Opmaat thema 3 Boodschappen doen en winkelen

Slide 1 - Slide

Winkelen

Slide 2 - Mind map

Luisteren
Het is zaterdag. Willem doet boodschappen op de markt. Hij gaat naar drie marktkramen: de bakker, de slager en de groenteman. Lees de vragen. Luister naar de tekst. 
Beantwoord de vragen.

Slide 3 - Slide

1. Wat koopt Willem bij de kraam van de bakker?
A
een half donkerbruin zes broodjes drie krentenbollen
B
een half lichtbruin, zes broodjes, zes krentenbollen
C
een half wit , acht broodjes, zes krentenbollen
D
een half lichtbruin, acht broodjes, drie krentenbollen

Slide 4 - Quiz

2. Wat moet hij bij de bakker betalen?

Slide 5 - Open question

3. Wat koopt Willem bij de kraam van de slager?
A
een pond gehakt, twee hamburgers, ham en salami
B
een pond gehakt, drie hamburgers, ham en kaas,
C
een half pond gehakt, twee hamburgers , ham en salami
D
een half pond gehakt, drie hamburgers, ham en kaas

Slide 6 - Quiz

4. Wat moet hij bij de slager betalen?
A
€ 7,20
B
€ 10,00
C
€ 2,80
D
€ 7,80

Slide 7 - Quiz

5. Wat koopt Willem bij de kraam van de groenteman?
GOED
FOUT
twee kilo bananen
een krop sla
een komkommer
1 pond tomaten
1 1/2 pond tomaten
1 kilo sinaasappels
4 sinaasappels
1 appel
1 kilo appels
1 kilo bananen

Slide 8 - Drag question

6. Wat moet hij bij de groenteman betalen?

Slide 9 - Open question

Opdracht 4A
Schrijf de woorden bij de juiste afbeeldingen.
Voorbeelden:

Slide 10 - Slide

Slide 11 - Mind map

Slide 12 - Mind map

Slide 13 - Mind map

Opdracht 4 A 
Schrijf de woorden bij de juiste afbeeldingen

Slide 14 - Slide

Antwoorden Opdracht 4

Slide 15 - Slide

Slide 16 - Slide

Opdracht 4 B 
Scrijf op het meervoud
Opdracht 4 B Schrijf op het meervoud.

Slide 17 - Slide