Quiz Migratie van en naar de EU

Quiz H4
Herhaling paragraaf 1 t/m 3
1 / 19
next
Slide 1: Slide
AardrijkskundeMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 2

This lesson contains 19 slides, with interactive quizzes and text slide.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Quiz H4
Herhaling paragraaf 1 t/m 3

Slide 1 - Slide

Als je binnen Nederland naar een andere gemeente verhuist, is dit ook migratie.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 2 - Quiz

Welke soort migranten kwamen rond 1960 naar Nederland?
A
Kennismigranten
B
Gastarbeiders
C
Vluchtelingen
D
Asielzoekers

Slide 3 - Quiz

Migratie
Emigratie
Immigratie

verhuizen en daarbij een grens overschrijden

vanuit Nederland naar Duitsland verhuizen
vanuit Duitsland naar Nederland komen.

Slide 4 - Drag question

Het achterstellen van mensen, om hun bijvoorbeeld godsdienst of andere huidskleur noemen we?
A
Illegalen
B
Mensenrechten
C
Discriminatie
D
Racisme

Slide 5 - Quiz

De grootste groep migranten in Nederland is afkomstig uit Turkije.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 6 - Quiz

Waar zijn migranten vaak van afkomstig?
A
Buurlanden
B
Afrika
C
Oude koloniën
D
Vanalles en nog wat

Slide 7 - Quiz

De taal leren is een belangrijk onderdeel van integratie.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 8 - Quiz

Vertrekredenen
Vestigingsredenen
Armoede
Werkloosheid
Discriminatie
Hoge baankans
Hoog inkomen
Goede opleidingsmogelijkheden
Beter klimaat

Slide 9 - Drag question

Wat maakt het voor een vluchteling vaak lastig om te integreren?
A
Spreken de taal nog niet
B
Psychische problemen
C
Willen niet werken
D
Krijgen geen hulp

Slide 10 - Quiz

Nederland is geen multiculturele samenleving
A
Waar
B
Niet waar

Slide 11 - Quiz

Integratie en segregatie zijn hetzelfde
A
Waar
B
Niet waar

Slide 12 - Quiz

Wanneer de hoogopgeleide mensen wegtrekken uit de armere landen noemen we dat
A
Brainfreeze
B
Brainfart
C
Braindrain
D
Braingain

Slide 13 - Quiz

De grenzen tussen de landen van Europa zijn voorbeelden van
A
Open grenzen
B
Gesloten grenzen

Slide 14 - Quiz

Door welk verdrag hebben we deze open grenzen?
A
Verdrag van Maastricht
B
Verdrag van Rome
C
Verdrag van Schengen
D
Verdrag van Genève

Slide 15 - Quiz

Welke groep krijgt makkelijk een visum?
A
Vluchtelingen
B
Studenten
C
Kennismigranten
D
Asielzoekers

Slide 16 - Quiz

In welk land in de EU komen per jaar de meeste migranten aan?
A
Spanje
B
Italië
C
Cyprus
D
Griekenland

Slide 17 - Quiz

Welk land kende de meeste verblijfsvergunningen toe?
A
Zweden
B
België
C
Nederland
D
Spanje

Slide 18 - Quiz

Wat doet de EU om migranten te ontmoedigen?
A
Koopt tickets voor ze
B
Bouwt hekken en muren
C
Controleert de grenzen
D
Geeft makkelijker visums

Slide 19 - Quiz