Spreken op A2 niveau:
1. Kan op een eenvoudige manier zijn familie, collega’s, opdrachtgevers, klanten, gasten, woonomstandigheden, onderwijservaring, huidige of meest recente baan en producten en diensten vanuit zijn werk beschrijven
2. Kan in eenvoudige bewoording mensen, plaatsen en eigendommen beschrijven
3. Kan een eenvoudig, kort, vooraf ingeoefend praatje over een bekend onderwerp (product of dienst) houden, of een aankondiging of mededeling doen
4. Kan op eenvoudige vragen als hij om herhaling kan vragen, en enige hulp geboden wordt bij het formuleren van het antwoord, reageren.