6.4 Rekenen aan reacties (deel 1)

6.4 Rekenen aan reacties
Benodigheden
- Schrift
- Pen, potlood
- Laptop
LessonUp: 
JA!
BINAS
1 / 21
next
Slide 1: Slide
Nask / TechniekMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 3

This lesson contains 21 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 60 min

Items in this lesson

6.4 Rekenen aan reacties
Benodigheden
- Schrift
- Pen, potlood
- Laptop
LessonUp: 
JA!
BINAS

Slide 1 - Slide

Leerdoel voor vandaag
"Ik kan aan het einde van deze les de massa van stoffen door een reactievergelijking berekenen"

Slide 2 - Slide

Opdracht
Bereken hoeveel zuurstof je nodig hebt bij de verbranding van 13 gram ijzer.
Pak een leeg A4 papier

Slide 3 - Slide

Succescriteria: Waar voldoet een goede reactievergelijking aan? 

Slide 4 - Mind map

Uitleg
- juiste stoffen
- juiste coëfficiënten 
- juiste fase

2 Fe (s) + O2 (g) → 2 FeO (s)

Slide 5 - Slide


Wat zijn de molecuulmassa's van Fe, O2 en FeO? 

Slide 6 - Open question


Wat zijn de molecuulmassa's van 2 FeO? 

Slide 7 - Open question

Uitleg
Schrijf de molecuulmassa's onder de molecuulformules.

LET OP de coëfficiënten.
2 Fe (s) + O2 (g) → 2 FeO (s)
111,6            32               143,6 

Slide 8 - Slide


Wat is een verhoudingstabel?

Slide 9 - Open question


Wat moeten we ook alweer berekenen?

Slide 10 - Open question

Uitleg
Maak een verhoudingstabel waarin je bovenin het aantal gram ijzer zet en onderin het aantal gram zuurstof.
2 Fe (s) + O2 (g) → 2 FeO (s)
111,6            32               143,6 
ijzer
zuurstof

Slide 11 - Slide

Uitleg
Zet achter de namen van de stoffen de bekende molecuulmassa's
2 Fe (s) + O2 (g) → 2 FeO (s)
111,6            32               143,6 
ijzer
111,6
zuurstof
32

Slide 12 - Slide


Welke massa is bekend?

Slide 13 - Open question

Uitleg
Zet ook de bekende massa, in dit geval die van ijzer op de juiste plaats in de verhoudingstabel.
2 Fe (s) + O2 (g) → 2 FeO (s)
111,6            32               143,6 
ijzer
111,6
1
13 
zuurstof
32
:111,6
x13

Slide 14 - Slide

Uitleg
Bereken de onbekende, in dit geval is dat zuurstof.
2 Fe (s) + O2 (g) → 2 FeO (s)
111,6            32               143,6 
ijzer
111,6
1
13 
zuurstof
32
0,286
3,73
:111,6
x13
:111,6
x13

Slide 15 - Slide

Antwoord
Geef antwoord op de vraag.
2 Fe (s) + O2 (g) → 2 FeO (s)
111,6            32               143,6 
ijzer
111,6
1
13 
zuurstof
32
0,286
3,73
:111,6
x13
:111,6
x13
Bij de verbranding van 13 gram ijzer is 3,73 gram zuurstof nodig.

Slide 16 - Slide

Succescriteria: Waar moet een goed antwoord op deze vraag allemaal aan voldoen?

Slide 17 - Mind map

Als je nu jouw stappenplan bekijkt, hoeveel punten zou jij jezelf geven?
1
2
3
4
5

Slide 18 - Poll

Herhalingsopdracht
Herhalingsopdracht
Minke en Piet doen een experiment. Ze laten natrium met zuurstof reageren, er ontstaat dan dinatriumoxide.
Laat met de volgende stappen zien hoeveel zuurstof er nodig is om 180 gram natrium om te zetten in dinatriumoxide
  1. Maak een kloppende vergelijking,
  2. Zet onder deze vergelijking de molecuulmassa per stof.
  3. Bepaal de massaverhouding,
  4. Voer de berekening uit m.b.v. een verhoudingstabel,
  5. Geef antwoord op de vraag,
Maak een foto van je uitwerking plaats deze op de volgende slide.
timer
5:00
Overleggen? 
"JA GRAAG"

Slide 19 - Slide


Hoe goed beheers jij dit leerdoel?
"Ik kan aan het einde van deze les de massa van stoffen door een reactievergelijking berekenen"
😒🙁😐🙂😃

Slide 20 - Poll

Wat vonden jullie van deze les?

Slide 21 - Open question