PA_1 - cap 4

Capítulo 4
¡Vamos al instituto!
1 / 17
next
Slide 1: Slide
SpaansMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 1

This lesson contains 17 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

Capítulo 4
¡Vamos al instituto!

Slide 1 - Slide

This item has no instructions

¿Cuál es la fecha de hoy?

Hoy es _____(dag)___________
 _____(datum)__________
de _____(maand)__________


Slide 2 - Slide

This item has no instructions

Plan de clase
  • ¡NO! => ontkenning in het Spaans herhalen
  • opdracht 25, 26 + 27 afmaken en bespreken
  • schrijfopdracht cap 4 
Lesdoel:
 we kunnen Spaanse zinnen ontkennend maken

Slide 3 - Slide

Les in twee delen 
1. Grammática: 
Negación (Ontkenning)
Wat is een ontkenning?
No, nada, nadie, nunca
Plaats in de zin

Slide 4 - Slide

This item has no instructions

¿Qué es una negación?
De docent is nergens te bekennen.
Ze is niet in de klas vandaag. 
Maar er is geen uitval.
Dit gebeurt nooit.
Niemand had dit kunnen weten.


Slide 5 - Slide

Ik heb op het bord wat voorbeelden van ontkenningen in het Nederlands geformuleerd. 

De ontkenning binnen de zin heb ik met rood aangegeven.
Is de zin ontkennend?
Me gusta ir al instituto
A
juist
B
onjuist

Slide 6 - Quiz

This item has no instructions

Is de zin ontkennend?
no voy al instituto en bici
A
juist
B
onjuist

Slide 7 - Quiz

This item has no instructions

Is de zin ontkennend?
La asignatura no es aburrida
A
juist
B
onjuist

Slide 8 - Quiz

This item has no instructions

Welke zin is ontkennend?
A
Me gusta ir a la escuela
B
El supermercado está cerca de mi casa
C
No tengo que hacer mis deberes
D
Cada día voy a la escuela a pie

Slide 9 - Quiz

This item has no instructions

Opdracht 25/ 26 + 27
(10 min) afmaken + bespreken


Slide 10 - Slide

This item has no instructions

Schrijfopdracht cap 4
In teams > Opdrachten

Slide 11 - Slide

This item has no instructions

Hoe zeg je in het Spaans: Het is 1 uur.
A
Es la una.
B
Son la una.
C
Son las unas.

Slide 12 - Quiz

This item has no instructions

Hoe zeg je in het Spaans: Het is 9 uur.
timer
0:40

Slide 13 - Open question

This item has no instructions

Hoe zeg je in het Spaans: Het is half 7
timer
0:40

Slide 14 - Open question

This item has no instructions


¿Qué hora es?
A
Son las diez menos diez
B
Son las diez y cuarto
C
Son las diez y diez
D
Son las diez y media

Slide 15 - Quiz

This item has no instructions

Zeggen om hoe laat je iets doet
A las....
beber agua (11.00)
ir a casa (14.30)
escuchar música (17.00)





Slide 16 - Slide

This item has no instructions

Zeggen om hoe laat je iets doet
beber - ir a casa - escuchar 
Bebo agua a las once.
A las once bebo agua.
Voy a casa A las dos y media.
A las dos y media voy a casa.
Escucho música a las cinco.
A las cinco escucho música.

Slide 17 - Slide

This item has no instructions