10. Toetsvragen voorbereiden evangelie

• Godsdienst
• Middelbare school
• vmbo b, k, g
• Leerjaar 2

Binnenkomst

Welkom in lokaal 103

Wat gaan we doen?

0. uitdelen werkblad 9. Toetsvragen voorbereiden evangelie

1. Toetsdatum benoemen
2. Lesdoelen vaststellen
3. Instructie, Soorten Toetsvragen 
4. Leerdoelen beantwoorden
5. Begrippen leren / flipkaartjes maken
6. Les afsluiten

Toetsdatum

15 november 2024

Leerstof, werkboek Evangeliën

Hoofdstuk 1 + 2 

* Leerdoelen (blz. 6)

* Begrippen (blz. 31)

Lesdoelen

Lesdoelen

* Je kunt zes verschillende toetsvragen op de juiste manier beantwoorden op een werkblad of toetsblad

* Je kunt de vragen van de leerdoelen opzoeken in je werkboek en beantwoorden op een antwoordenblad

* Je kunt begrippen op een flipkaartje schrijven 

Lesdoelen

Einde

Instructie

Soorten Toetsvragen

Soorten vragen

1. Meerkeuzevraag

2. Begripsvraag

3. Leg-uit-waarom-vraag?

4. Zet-in-juiste-volgorde-vraag

5. Waar of niet waar 

6. Vraag met een verwijzing naar een bron

Soorten vragen

1. Meerkeuzevraag

Evangelie

• Je krijgt een vraag te zien en bedenktijd
• Voorwaarde: Je bent stil
• Je hoort 3,2,1, STEM!
• Stem met je vingers
• Licht je antwoord toe
• Opnieuw stemmen

Wat is een evangelist?

1. Bijbelboek over Jezus leven
2. Schrijver van een evangelie
3. Een oor- en ooggetuige van het leven van Jezus
4. Goed nieuws

Soorten vragen

2. Begripsvraag

Wat wordt er bedoeld met
de lijdensweek van Jezus?

Soorten vragen

3. Leg-uit-waarom-vraag?

Leg uit waarom het sterven van Jezus op vrijdag, Goede Vrijdag wordt genoemd?

1. Hoeveel begrippen staan in de vraag?

2. Schrijf de begrippen op

3. Schrijf onder ieder begrip een omschrijving (zie blz. 24)

4. Beantwoord de vraag met behulp van de omschrijving.

Leg uit waarom het sterven van Jezus op vrijdag, Goede Vrijdag wordt genoemd?

Omschrijving van de begrippen

Dood van Jezus - Jezus werd gemarteld en stierf aan het kruis voor de zonden van ieder mens

Goede Vrijdag - Jezus ervaart een verschrikkelijke vrijdag, maar in plaats van dat wij aan het kruis hangen, betaalt Hij onze zonden (fouten en tekortkomingen)

Leg uit waarom het sterven van Jezus op vrijdag, Goede Vrijdag wordt genoemd?

Antwoord,

Door het sterven van Jezus aan het kruis voor de zonden van de mens, hoeft ieder persoon die in Jezus gelooft niet meer te betalen voor zijn zonde.

Soorten vragen

4. Zet-in-juiste-volgorde-vraag

4. Zet-in-juiste-volgorde-vraag

9. Plaats het verhaal van de lijdensweek en de christelijke feestdagen in juiste volgorde.

A.Jezus wordt als een koning Jeruzalem binnengehaald (Palmzondag)

B. Jezus staat op uit de dood. De dood gaat aan Hem voorbij. (Pasen) 

C. Jezus wordt verraden en gevangen genomen. (Witte donderdag)

D. Jezus wordt dood in zijn graf gelegd. (Stille zaterdag)

E. Jezus wordt schuldig bevonden en gekruisigd. (Goede Vrijdag)

F. Jezus houdt Zijn laatste avondmaal met Zijn leerlingen (Witte donderdag)

Antwoord

 A - F - C - E - D - B

Soorten vragen

5. Waar of niet waar 

Evangelie

• Je krijgt een vraag te zien en bedenktijd
• Voorwaarde: Je bent stil
• Je hoort 3,2,1, STEM!
• Stem met je vingers (W of O)
• Licht je antwoord toe
• Opnieuw stemmen

Een oorgetuige is iemand die iets belangrijks heeft zien gebeuren

Waar of niet waar

• Opdracht 1

Leerdoelen

Beantwoord de vragen over de leerdoelen op 

werkblad 9

Toetsvragen voorbereiden evangelie

1D. 

Matteüs - Joodse lezers

Marcus - christenen uit Rome

Lucas - Romeins christen Theofilus

Johannes - christenen uit Klein-Azië

Hoofdstuk 2. Lijdensweek 

Jezus wordt als een koning Jeruzalem binnengehaald (Palmzondag)

Jezus houdt Zijn laatste avondmaal met Zijn leerlingen (Witte donderdag)

Jezus wordt verraden en gevangen genomen. (Witte donderdag)

Jezus wordt schuldig bevonden en gekruisigd. (Goede Vrijdag)

Jezus wordt dood in zijn graf gelegd. (Stille zaterdag)

Jezus staat op uit de dood. De dood gaat aan Hem voorbij. (Pasen) 

• Opdracht 2

Begrippen

Maak flipkaartjes van de begrippen 

uit hoofdstuk 1 + 2

zie blz. 31 voor de begrippen

Afsluiting

van de les

Exit Ticket

Opdracht

1. Waar of niet waar.

Ik ben voldoende voorbereid voor de toets?

2. De toets sluit ik af met het cijfer ... ? (1 - 10)

Exit Ticket

Afsluitend

Pak je tas in, 

wacht tot de bel is gegaan.